Yab Yum
Een kwart eeuw was het Amsterdamse luxebordeel Yab Yum de place to be voor ondernemers, politici, magistraten, artiesten en maffiosi. Onder andere ‘onze’ procureur Dirk Merckx beleefde er wilde nachten. Tot de club in 2007 de deuren moest sluiten. Maar er is hoop: stichter en bezieler Theo Heuft heeft vergevorderde plannen om Yab Yum binnen drie maanden te laten herrijzen uit haar as. En ook voor de Belgische fine fleur is er goed nieuws: binnen een half jaar wil hij een Yab Yum openen in Brussel.
Onlangs kwam de Brusselse procureur Dirk Merckx in opspraak met zijn uitstapjes naar Yab Yum, een luxebordeel in een fraai grachtenhuis aan de Amsterdamse Singel. Tussen 1996 en 1998 genoot hij er van champagne en vrouwelijk schoon op kosten van de niet onbesproken zakenman Koen Blijweert. Eén keer voor bijna 4.000 euro, andere keren voor 2.300 euro en een enkele keer voor het schamele bedrag van 575 euro. Het Brusselse parket-generaal opende eind september een onderzoek om na te gaan of parketmagistraat Merckx een wederdienst leverde voor Blijweert. Tot 1 november 2006 was Merckx chef van de financiële sectie van het Brusselse parket en onder meer verantwoordelijk voor het Beaulieudossier. Daarna werd hij door ons land gedetacheerd naar Wenen om er te gaan werken als terrorisme-expert voor de VN. Dit weekend mag hij er zijn koffers pakken. Minister van Justitie De Clerck weigerde zijn mandaat te verlengen.
In de jaren dat Merckx Yab Yum frequenteerde, was de ‘men’s club’ ook het favoriete speelterrein van Nederlandse poldermaffiosi. De in 2000 vermoorde drugsbaron Sam Klepper, zijn in 2005 eveneens vermoorde maatje John Mieremet en topcrimineel en Heineken-ontvoerder Willem Holleeder maakten er gretig gebruik van de jacuzzi’s en de meisjes. Een decennium eerder had de in 1991 vermoorde ‘godfather’ Klaas Bruinsma van Yab Yum al zijn clubhuis gemaakt. Zeer tegen de zin van Yab Yumstichter en eigenaar Theo Heuft (74), die na 23 jaar flink poen scheppen in 1999 moegetergd zijn zaak verkocht. “Ik werd afgeperst door die zware jongens”, zegt Heuft. “Ik heb de dreiging lang het hoofd kunnen bieden, tot die kerels mijn familie in het vizier namen. ‘Betaal twee miljoen of we schieten je zoon en je kleinkind dood.’ Ik was 65 en maakte de balans op: moet ik doorgaan of stop ik? Ik heb Yab Yum toen verkocht aan Henny Vitalli, een ‘vakgenoot’ uit Amsterdam. Later bleek dat hij nauwe relaties had met een Hell’s Angel die na de verkoop portier werd. De burgemeester van Amsterdam greep die link met de Angels aan om Yab Yum tot een criminele handel uit te roepen. In 2007 liet hij de deuren sluiten. Als de overheid je tegenwoordig nog maar van een criminele activiteit verdenkt, kan ze al maatregelen nemen. Vitalli heeft een schoon strafregister. Toch moest de tent dicht. Ik vind dat onredelijk.”
Anno 2009 is Theo Heuft een gedistingeerde heer met een voorliefde voor abstracte kunst, lekker eten en dure sigaren. Hij is de agent voor Nederland van de Vlaamse action painter Denis de Gloire en baat samen met zijn Zwitserse vrouw een ‘chambres d’hôtes de charme’ uit in Bourgogne. Yab Yum (Sanskriet voor ‘neuken’) heeft hem duidelijk geen windeieren gelegd. “Ik heb vanaf de start van de club in 1976 veel geld verdiend, toch was dat niet mijn voornaamste drijfveer. Ik heb er van genoten; ik was verslaafd aan die job. Het was een ramp toen ik mijn zaak moest verkopen. Als klap op de vuurpijl kwam de fiscus nog eens langs: ‘U hebt uw zaak te goedkoop verkocht’. Ik kreeg een aanslag van 16 miljoen. Gelukkig heb ik hem ervan kunnen overtuigen dat ik geen andere keus had. Ik heb het de eerste jaren na de verkoop emotioneel heel lastig gehad. Maar nu gaat alles weer goed.”
Heuft schreef een openhartig boek over zijn leven en koestert opnieuw grootse plannen. “Ik ga er voor zorgen dat Yab Yum binnen drie maanden in Amsterdam weer opengaat. Het bestemmingsplan voor het pand aan de Singel is nog steeds een seksbedrijf. Samen met een nieuwe, onbesproken partner zal ik Yab Yum uit zijn as laten herrijzen. Ik ben ook met een serieuze Belgische ondernemer met veel geld bezig om binnen een half jaar een Yab Yum in Brussel te openen. Wie hij is, kan ik helaas niet zeggen. Een Yab Yum in Brussel is als een vlag op een schip. Zo’n zaak hoort gewoon thuis in de Europese hoofdstad. In Brussel bestaat zoiets niet. De hele scene speelt er zich af in ranzige achterafkamertjes. Ik sta er garant voor dat Yab Yum kwaliteit levert. Het wordt een zaak waar elke Brusselaar trots op kan zijn. Het gaat mij nu niet in de eerste plaats meer om het geld, maar om het laten voortleven van mijn levenswerk.”
500 euro per uur
Hebt u goeie herinneringen aan uw klant procureur Dirk Merckx?
Theo Heuft: “Ik ken die mijnheer niet. Zelfs als ik hem wel zou kennen, zou ik u daar niets over vertellen. Er zijn in al die jaren zoveel mensen langs geweest. U zou er versteld van staan hoeveel deals er in de Yab Yum zijn gesloten. Als je als Nederlandse ondernemer zaken wil doen met iemand uit het buitenland, is het belangrijk dat je hem op een goeie manier ontvangt. Je gaat dan altijd op zoek naar een uitstekend restaurant. Na het etentje kun je hem naar zijn hotel brengen. Maar dat getuigt niet echt van goed gastheerschap. Dus neem je hem mee uit. Je kunt natuurlijk moeilijk tegen zo’n man zeggen: ‘Zullen we naar de meisjes gaan?’ Yab Yum was een uitstekend alternatief. Het was een club waar je met je relaties nog gezellig een glaasje champagne kon gaan drinken. Samen met een paar leuke meisjes. Degenen die uiteindelijk met zo’n meisje naar boven gingen, waren daar eigenlijk niet voor gekomen. Het overkwam hen. Yab Yum was heel luxueus. Als je er met een zakenrelatie binnenstapte, dacht hij meteen: ‘O wat een mooie zaak. Als mijn gastheer dit kan betalen, moet hij wel een geslaagd ondernemer zijn.'”
“Ik ben heel discreet over mijn klandizie. Ik kan het niet maken om het vertrouwen van al die ondernemers, politici en bekende Nederlanders te beschamen. Iedereen met naam en faam kwam naar Yab Yum. Rocksterren, artiesten… De Rabobank heeft ooit geweigerd om een bankrekening voor Yab Yum te openen – geld lenen was voor een club zoals de mijne sowieso onmogelijk. Dat was niet goed voor hun imago. Maar later stuurden ze wel buitenlandse zakenrelaties naar Yab Yum. Al het geld dat ik in de zaak investeerde, moest ik eerst zelf verdienen. Dat ging heel snel. Ik hield er zelf zo’n 2 à 3 miljoen euro per jaar aan over.”
Hoeveel liet een bezoeker gemiddeld achter?
“Op het laatste hadden we een omzet van een miljoen euro per maand. Met elf luxueuze kamers en een bar. Elke avond waren er 25 meisjes aanwezig. We waren zeven dagen op zeven open van zeven uur ’s avonds tot zeven uur ’s morgens. Er waren twee portiers, twee chefs, drie barmannen en twee kamermeisjes. Yab Yum was een grote familie. De meisjes die bij ons werkten, waren compleet anders dan de prostituees op de Wallen. Secretaresses, studentes, hostesses… Een Yab Yummeisje moest veel aandacht besteden aan ‘haar’ mijnheer. Een drankje met hem drinken, geïnteresseerd zijn in zijn verhaal. Als de relatie zich ‘verdiepte’, kon ze een dansje met hem maken om uiteindelijk misschien met die man naar boven te gaan. Maar dat gebeurde niet altijd. De ‘daad’ gebeurde natuurlijk wel, maar heus niet zo vaak. Daar kwamen de mensen niet voor. Dat was ook veel te duur. Voor vijftig euro kon je in een klein clubje voor een half uurtje van bil gaan, bij ons kostte het vijfhonderd euro voor een uur. Tien keer zo duur.”
Maar misschien wel tien keer beter?
“Misschien ook niet. In zo’n gesloten huis zijn de dames alleen maar op de daad gericht. Bij ons was alles gefocust op gezelligheid in een luxueuze sfeer met een uitmuntende bediening. Yab Yum was uniek in Amsterdam. Ik heb in die 23 jaar nooit concurrentie gehad. Terwijl ik niet een klein beetje, maar ontzettend veel geld verdiend heb. Waarschijnlijk omdat zo’n ‘men’s club’ toch tegen het criminele aanleunt. Maar ook omdat het keihard werken was. Ik heb altijd geïnvesteerd in kwaliteit en naamsbekendheid. Yab Yum is daardoor een wereldwijd bekend instituut geworden.”
Randfiguur
U stamt zelf uit een ondernemersgezin?
“Mijn vader had een limonadefabriekje en een groothandel in bieren in Amsterdam en mijn moeder runde een slijterij. Vader stierf vroeg. Ik was achttien, mijn broer negentien en van de ene dag op de andere moesten wij de zaak overnemen. Dat is niet gelukt. We waren er veel te jong voor. Ik ben toen in het gokcircuit beland. Ik was altijd een beetje een randfiguur, maar wel met een innerlijke beschaving. Dat heeft me groot gemaakt in de Yab Yum. Mensen vertrouwden me. Ze gaven me gewoon hun creditcard, dat ging toen nog met zo’n ‘ritsratsmachine’. Ze tekenden en zeiden: ‘Theo, ik hoor het wel van je.’ Dat kun je in geen enkel bordeel riskeren, want dan ben je blut. Bij mij wel. Dat was het verschil.”
Toen u met Yab Yum van start ging, was prostitutie in Nederland nog illegaal.
“Ik heb met Yab Yum een belangrijke rol gespeeld in het legaliseren van prostitutie. Yab Yum is begonnen in de tijd toen het nog volstrekt normaal was dat de meisjes zonder condoom vreeën. Ik nam het ze bijna kwalijk als ze het niet zonder wilden doen. Toen aids uitbrak, heb ik dat beleid meteen veranderd en werd het verboden om het zonder te doen. Ik heb de dames belasting leren betalen. Vóór Yab Yum runde ik drie jaar lang een andere, gelijksoortige club: de Bayadera. Ik heb toen nooit een cent belasting betaald. De belastingdiensten wisten niet wat ze ermee moesten aanvangen. De Bayadera oefende een illegale activiteit uit. Ik riskeerde een half jaar gevangenschap.”
Want u was een pooier?
“Ik vind het vreselijk als mensen me een pooier noemen. Dat wil ik toch wel even duidelijk stellen: ik heb de meisjes nooit geëxploiteerd. Ik gaf ze gelegenheid om hun werk te doen. Op het einde van hun shift kregen ze het geld van de nacht voordien. Ze moesten daar zelf niet een hele nacht mee blijven rondzeulen. Eén meisje vroeg haar verdiensten altijd bij het binnenkomen en gaf het meteen aan een man die buiten stond te wachten. Ik heb haar toen gezegd: ‘Dat vind ik niet prettig. Je verdient elke dag minstens duizend euro. Die jongen geeft het sneller weer uit dan jij het kunt opbrengen.’ Vervolgens heb ik haar ontslagen. Ik heb geprobeerd om die meisjes op te voeden.”
“Op een bepaald moment kreeg ik een belastingambtenaar op bezoek. Die man zei: ‘De meisjes moeten toch wel eens belastingen betalen.’ Ik gaf hem gelijk. Waarna hij zei: ‘Begin dan maar meteen.’ Toen gaf ik hem geen gelijk. We hebben een keurige regeling getroffen. Ik kreeg ruim drie jaar de tijd om de meisjes van het nut van het betalen van belastingen te overtuigen. Dat was niet zo eenvoudig. ‘We gaan toch niet op onze rug liggen voor de fiscus?’ Ik antwoordde: ‘Zwart geld is toch niets waard? Je kunt geen huis huren, hebt geen creditcard en officieel heb je geen inkomen.’ Ik heb ze uiteindelijk kunnen overtuigen. Ik ben niet de braafste van de klas, maar dat vond ik toch belangrijk.”
“Ik heb Yab Yum gebouwd zoals ik het zelf zou willen beleven. Ik ben niet zo iemand die langs de ramen loopt voor een snelle wip. Ik bekritiseer de heren niet die dat wel doen, maar bij mij moet er iets rond hangen. Ik wil in een situatie terechtkomen waarbij de dames me laten geloven dat ik de leukste man ben die ze ooit ontmoet hebben.”
Champagne was heel belangrijk voor Yab Yum.
“Aan de meisjes verdiende ik niet zoveel. Ik kreeg toen het idee om een eigen merk champagne op de markt te brengen. Dat had twee doelen: met champagne konden we in de media gaan adverteren. Yab Yum werd ineens bespreekbaar. Het was geen vies woord meer: ‘Yab Yum champagne – Singel 295’. Dat was een echte voltreffer. Tijdens de feestdagen zonden we een spot uit op de televisie. We hadden drie soorten bubbels: zilver, goud en diamant. Voor 350, 450 en 550 euro. We verkochten zo 10.000 flessen per jaar. De helft van onze omzet was champagne. We kochten de flessen in aan 15 euro het stuk. Heren vroegen soms aan mij: ‘Wat is het verschil tussen die drie soorten?’ Ik wou altijd eerlijk blijven en antwoordde: ‘De prijs. De kwaliteit is hetzelfde. U moet het zien als een honorering voor het meisje. Geef haar goud als u haar leuk vindt. Als u haar geweldig vindt, geeft u haar diamant. Zilver lusten die meiden toch niet, want dan verdienen ze te weinig commissie.’ Niemand werd daar kwaad over. De ambiance was geweldig, de bediening uitmuntend, dus hop, geef ons nog een fles. Het was voor die heren een erezaak om aan hun relaties te laten zien dat ze het konden betalen.”
Eigenlijk schonk u geen champagne, maar gewoon schuimwijn?
“Ik wou het nog geheim houden, maar dat is juist, ja. (lacht)”
Poldermaffia
In de loop der jaren groeide u uit tot een bekende Nederlander?
“In het begin beschouwde de goegemeente me als een pooier. Ik ben keurig rooms opgevoed. Mijn moeder was niet zo blij met wat ik deed. Ik heb lang niet met haar gesproken. Na een paar jaar werd ik redelijk bekend en zelfs een voorbeeld in de branche. Ik raakte steeds meer geaccepteerd. Natuurlijk blijft prostitutie een schemerig gebied. Het trekt criminaliteit aan; het stamt er ook uit. Daar ben ik uiteindelijk het slachtoffer van geworden. Ik heb Yab Yum moeten verkopen omdat die zware jongens een deel van de zaak wilden en me chanteerden.”
Het waren niet de minste criminelen die bij u over de vloer kwamen: Heineken-ontvoerder Willem Holleeder, drugsbaron Klaas Bruinsma, met na zijn gewelddadige dood zijn adjudanten Sam Klepper en John Mieremet. Wat voor een kerels waren dat?
“De zware jongens die bij mij over de vloer kwamen, waren aan de ene kant heel charmant en aan de andere kant bikkelharde killers. Ik weet niet meer wanneer ze voor het eerst Yab Yum binnenwandelden. Ik had het niet in de gaten; ze wandelden er net zo geruisloos naar binnen als jij en ik. Het waren eerst gewone klanten voor mij. Na verloop van tijd brachten ze vriendjes mee naar binnen en zag ik hun bodyguards. In de loop der jaren ging dat hele gedoe een eigen leven leiden. Tot ik zelf bijna niets meer te vertellen had in mijn eigen zaak. Zij bepaalden de sluitingstijden en zij dwongen meisjes tegen hun wil mee naar boven. Ze dachten dat die Theo Heuft een van hen was. Ik was een bekende Nederlander en zij stikten in de poen, maar ze konden er niets mee aanvangen. Ze waren gewoon afval.”
“Klaas Bruinsma wilde op een bepaald moment mijn compagnon worden. Ik vroeg bedenktijd. ‘Nee’ zeggen, was geen optie. Dan had ik een probleem. Maar als ik ‘ja’ antwoordde, had ik nog een groter probleem. Want dan kon ik blijven dokken. Ik heb hem een tijdje aan het lijntje gehouden en hem uiteindelijk een voorstel gedaan: ‘Je bent een intelligente jongen. We kunnen wel partners worden.’ Ik draaide zijn ‘voorstel’ helemaal om. ‘Jij wordt mijn compagnon en we openen nog een paar nieuwe zaken. Alleen mag je dan niets meer met de criminaliteit te maken hebben. Dan worden we rijke jongens op een officiële manier.’ Toen voelde Bruinsma zich in de maling genomen. Daarna is het hele zaakje geëscaleerd. In 1991 werd Bruinsma vermoord. Zijn twee opvolgers schakelden vervolgens nog een paar versnellingen hoger in het afpersen.”
Ze vertimmerden uw zaak.
“Ja. Ze stuurden ook iemand naar me toe die een pistool tegen mijn kop zette. Ik heb verschrikkelijke dingen meegemaakt. Ik vreesde toen voor mijn leven en voor dat van de mensen die voor me werkten. De politie wist dat die gangsters bij me over de vloer kwamen. Ze had best kunnen ingrijpen. Maar de Amsterdamse politie was zelf corrupt. Als ik zou gaan klagen zijn over de mensen die zich bij mij misdroegen, hadden de criminelen het eerder geweten dan de officier van justitie. Sommige agenten lekten naar de poldermaffia. Ze werden ervoor betaald om razzia’s te tippen.”
Bleven uw klanten weg in de periode dat de maffia Yab Yum als zijn clubhuis beschouwde?
“Bizar genoeg niet. De grootste ondernemers vonden het reuze interessant om met die Klaas Bruinsma een gesprek te voeren. Hij was de grote maffiabaas en zij vonden het geweldig. De bodyguards zaten op de trappen en al die zakenlui vonden dat fantastisch.”
Theo Heuft. Yab Yum. Het beroemdste bordeel van de wereld. Carrera, Amsterdam, 272 blz. 16,90 euro
©jan@janstevens.be