Bericht aan allen

Met ‘Bericht aan allen’ schreef Michaël Kumpfmüller een uitstekende, verontrustende politieke roman. Nog voor het boek in druk ging, ontving Kumpfmüller voor het manuscript de prestigieuze Alfred-Döblin-Preis. Maar na publicatie kreeg hij van Duitse critici de volle laag. “Ze verwijten me dat ik alleen symptomen beschrijf, en geen medicijnen voorschrijf. Alsof literatuur de problemen van deze tijd moet oplossen.”

 

Het schilderij ‘The Journey’ van de Belgische schilder Michaël Borremans siert de cover van ‘Bericht aan allen’. “Ik ben wild van het werk van Borremans”, zegt de Duitse auteur Michaël Kumpfmüller (1961). “Ik wou ‘The Journey’ per se op het omslag omdat het perfect uitdrukt waarover mijn roman gaat: een politicus die van op een afstand naar het gewoel in de samenleving kijkt.”

Kumpfmüllers ‘Bericht aan allen’ opent ijzersterk met een dramatisch sms’je van dochter Anisha aan haar vader Selden: “Er is een explosie geweest. Het is verschrikkelijk. We storten neer. Bid voor me. Ik hou van jullie.” Anisha sterft in een vliegtuigcrash. Een ongeluk, maar bij Selden blijft de gedachte knagen dat het een terroristische aanslag zou kunnen geweest zijn. Kumpfmüller: “Zo gaat het tegenwoordig altijd, niet? Als een vliegtuig neerstort, denken we direct aan Al Qaida. Een ‘gewoon’ vliegtuigongeluk lijkt daardoor op de een of andere manier ‘minderwaardig’, of zinloos in een overtreffende trap. Misschien omdat door een ‘echte’ aanslag de dood minder onverklaarbaar, zinloos en dom wordt. Wist je dat het minstens een kwartier duurt voor een vliegtuig neergestort is? Stel je voor: je bent een passagier in een Boeing, je hoort een knal, waarna je langzaam maar zeker de dieperik ingaat. Vijftien minuten lang. Tijd zat om hartverscheurende sms’jes te sturen.”

Na de crash krijgt Selden amper tijd om te rouwen. Als minister van Binnenlandse Zaken moet hij de ene na de andere crisis proberen bezweren. De banlieues rond de steden staan in brand, bedrijven liggen plat door stakingen, islamisten voeren aanslagen uit… Daar komt bij dat Seldens politieke medestanders op zoek zijn naar smeuïge details uit zijn privéleven in de hoop om zo zijn vermeende ambities voor het premierschap te fnuiken. ‘Bericht aan allen’ speelt zich af in een niet nader omschreven Europees land, waar alle problemen van onze tijd tot een kookpunt lijken te culmineren.

Michaël Kumpfmüller beschrijft de spanning in de samenleving koel en beheerst, van op een dodelijke afstand. Die afstand maakt de lectuur van ‘Bericht aan allen’ verontrustend, ontregelend, en soms zelfs bijna ondraaglijk. “Het is geen vrolijk boek”, geeft Kumpfmüller toe. “Maar we leven ook niet in vrolijke tijden. Jij vindt dat er een apocalyptische sfeer in ‘Bericht aan allen’ hangt? Toch eindigt het boek niet in kommer en kwel. Je zou het misschien niet direct verwachten, maar ik ben een optimist. Ik moet ook wel, want ik heb drie kleine kinderen. Ik hoop dat mijn optimistische visie op de mensheid duidelijk wordt in het laatste hoofdstuk.”

 

In Duitsland wordt ‘Bericht aan allen’ gepresenteerd als dé roman die na heel lange tijd de politiek terug in de Duitse literatuur binnen brengt. Na uw boek zijn er nog een aantal politieke romans gevolgd – onder andere ‘Das Wochenende’ van Bernhard Schlink. Blijkbaar bent u een trendsetter?

Michaël Kumpfmüller: “Ik word in die rol getypecast, maar ik ben daar niet echt gelukkig mee. Sommigen willen van mijn boek een sleutelroman maken, en herkennen Nicolas Sarkozy in de figuur van Selden. Zo heb ik het helemaal niet bedoeld. Natuurlijk zijn er gelijkenissen: Sarkozy heeft net als Selden een ‘ingewikkeld’ privéleven, maar in tegenstelling tot Sarkozy is Selden geen ‘président bling-bling’, maar een hardwerkend politicus die op een pragmatische wijze vat probeert te krijgen op de grote problemen in de maatschappij. Nogal wat Duitse critici nemen me dit boek zeer kwalijk, en hebben emmers vol drek over me uitgestort. Ze verwijten me dat ik een neoliberaal ben, omdat ik mistoestanden, onrust, betogingen en paniek beschrijf, zonder oplossingen te suggereren. Sorry, maar je kunt het een schrijver niet kwalijk nemen dat hij in een roman een kwaal beschrijft zonder met een remedie op de proppen te komen. Waar ze vooral aanstoot aan nemen, is dat ik het aandurf om vragen te stellen over de evolutie van onze democratie. Had jij tijdens de lectuur van mijn boek het gevoel dat je een parabel over een ver land aan het lezen was?”

 

Helemaal niet. Rellen en brandende auto’s in de voorsteden riepen heel sterke connotaties op met Parijs. De algemene atmosfeer in uw boek en de manier waarop u beschrijft hoe de politiek werkt, waren zeer herkenbaar.

Michaël Kumpfmüller: “Daar ben ik blij om. Daarom ook heb ik het verhaal niet in Duitsland of in Frankrijk gesitueerd, maar in een niet nader genoemd ‘anoniem’ Europees land. Ik wou een beeld schetsen van hoe het er in veel West-Europese landen aan toegaat. Niet zolang geleden was ik in Zwitserland, en voor de meeste Zwitsers die ik ontmoette, leek ‘Bericht aan allen’ een exotisch verhaal. Hun systeem van directe democratie wijkt radicaal af van dat van de rest van Europa. De kantonsparlementen hebben veel meer in de pap te brokken dan de centrale regering. De regionale problematiek overstijgt de nationale politiek. Zwitsers zijn voorlopig nog met hun eigen alpenwei bezig en niet met betogingen, stakingen of dreigingen van terroristische aanslagen. Zij hadden totaal geen voeling met mijn roman.”

 

‘Bericht aan allen’ is misschien vooral herkenbaar voor inwoners van die landen waar antipolitiek en populisme hoge toppen scheren?

Michaël Kumpfmüller: “Waarschijnlijk wel. Ik heb geen politieke sleutelroman of thriller willen schrijven, maar een boek dat pertinente vragen stelt over ons democratisch bestel. Ik vind dat het begrip democratie door veel van onze tijdgenoten totaal verkeerd ingevuld wordt. Wat eisen mensen die op straat komen tegenwoordig van hun politici? Dat hun welvaart en koopkracht veilig gesteld worden. Alsof dat de essentie is van democratie. Ik werk nu aan een roman die de voorgeschiedenis vertelt van ‘Bericht aan allen’. In dat nieuwe verhaal focus ik op de wereld van mijn en jouw ouders; op de generatie die in de jaren vijftig, zestig en zeventig de dienst uitmaakte. Mijn vader en moeder woonden in een typische wijk buiten de stad in een burgerhuis met een garage en een tuin. Ze hadden allebei een goeie job, verdienden flink hun boterham en werden door de staat met allerlei sociale voordelen in de watten gelegd. Democratie stond voor hen gelijk aan: geld verdienen, rijkdom opbouwen, welstand vasthouden. Ecologie of maatschappelijke ongelijkheid konden hen gestolen worden. De bomen groeiden tot in de hemel. Wij zitten nu met de gebakken peren.”

“Eind 2008 kreunt de Duitse samenleving nog steeds onder de enorme verwachtingen en tegenstellingen tussen het vroegere Oost en West. De voormalige Oost-Duitsers leven ook nu nog in de veronderstelling dat democratie een kwestie is van het veiligstellen van zoveel mogelijk welvaart en rijkdom. Dat het dus eigenlijk een vorm van veredeld egoïsme is, en dat het de taak van politici is om hen daarbij te assisteren. Er gelden natuurlijk verzachtende omstandigheden, want ze komen uit het communistische systeem, en raakten tijdens de DDR-periode verblind door onze luxe. Ik begrijp dat ze hun schade willen inhalen, maar ik betreur tezelfdertijd dat ze hun jacht naar rijkdom tot een democratisch recht verheffen, en het garanderen en verzekeren van hun luxe tot een democratische plicht van de overheid.”

 

Die mentaliteit tref je toch niet alleen aan bij voormalige Ossies maar ook bij veel westerlingen?

Michaël Kumpfmüller: “Ze is jammer genoeg wijdverspreid bij veel burgers in Europa, maar als gevolg van onze recente geschiedenis gaat het bij ons in Duitsland toch in overdrive. De essentie van democratie heeft niets met het veiligstellen van koopkracht te maken. Ik neem het de generatie van mijn ouders kwalijk dat ze daar wel een prioriteit van gemaakt heeft en democratie daartoe verengd heeft. De generatie van de jaren zeventig draagt een verpletterende verantwoordelijkheid.”

 

Toevallig waren het toen ook de hoogtijdagen van de Rote Armee Fraktion.

Michaël Kumpfmüller: “Ja, hoogst merkwaardig toch, hoe verwende rijkeluiskinderen de gewapende, terroristische en revolutionaire strijd gingen voeren. Maar dit mag ik allemaal niet luidop zeggen in Duitsland, want daar word ik nu in het kamp van de neoliberalen gestopt, terwijl ik in hart en nieren een sociaal-democraat ben. Mijn kritiek vertrekt vanuit mijn bekommernis voor de democratie en vanuit mijn overtuiging dat iedereen recht heeft op een fatsoenlijk bestaan. De gigantische problemen waarmee we nu geconfronteerd worden, zoals de klimaatverandering, zijn gevolgen van het egoïsme en de drang naar luxe en comfort van de voorgaande generaties. Blijkbaar hebben ze zich nooit afgevraagd: ‘Wat zullen ze later over ons zeggen?'”

 

Dat zinnetje echoot doorheen heel uw boek.

Michaël Kumpfmüller: “Omdat ook nu niemand daar wakker van lijkt te liggen. Terwijl we allemaal samen verantwoordelijk zijn voor de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen. Mijn hoofdpersonage Selden is een uiterst pragmatisch politicus die bedachtzaam tewerk gaat en de problemen beetje bij beetje probeert aan te pakken. Hij staat model voor het type van politicus waar veel intellectuelen de neus voor ophalen. ‘Hij lijkt wel een technocraat.’ Gelukkig, zou ik zeggen. We leven in een tijd waarin we nog weinig heil moeten verwachten van grote ideologieën. De meest heilzame en grootse taak van een politicus anno 2008 bestaat uit het verstandig, voorzichtig en beheerst ordenen van de samenleving.”

 

Een modern politicus is vooral een pragmaticus?

Michaël Kumpfmüller: “Ja. In februari zat ik naar aanleiding van ‘Bericht aan allen’ in een debat met onze minister van Binnenlandse Zaken Wolfgang Schäuble. Hij was erg boos op me, en verweet me louter in clichés over het politieke bedrijf geschreven te hebben. ‘Wij hebben helemaal niet zoveel macht als u beschrijft en als het volk denkt’, jammerde hij. Maar dat heb ik ook helemaal niet geschreven. Ik vrees dat Schäuble mijn roman gewoon niet gelezen heeft. ‘Bericht aan allen’ gaat lijnrecht in tegen de populistische clichés dat politici van grootheidswaan doordrenkte cynische zakkenvullers zijn. Mijn minister van Binnenlandse Zaken Selden is een lucide, rustige en verstandige man. In de ogen van sommigen is hij inderdaad een ’technocraat’ – waarmee ze eigenlijk bedoelen: ‘Hij heeft geen visie.’ So what? In deze moeilijke tijden hebben we eerst en vooral behoefte aan politici met gezond verstand – aan pragmatici, aan mensen die geen boodschap hebben aan apocalyptische visies of aan ‘botsingen tussen beschavingen’, maar die de maatschappij op een koelbloedige, verstandige en weloverwogen manier proberen te besturen. Wat leveren ideologische scherpslijpers ons in deze tijden van terrorisme, klimaatverandering en economische crisis op? Toch helemaal niets, behalve nog meer ellende?”

 

Selden is dan misschien wel een verstandig, pragmatisch politicus; de wereld waarin hij zich voortbeweegt is doordrenkt van cynisme. Zijn medestanders kennen geen scrupules als het erop aankomt om hem in diskrediet te brengen.

Michaël Kumpfmüller: “Dat is niet uniek voor de politiek, maar vind je in alle geledingen van de samenleving – vooral op plaatsen waar een aura van macht hangt. Om het politieke wereldje beter te leren kennen, heb ik tijdens de voorbereiding van ‘Bericht aan allen’ uitgebreide gesprekken gevoerd met een aantal gepensioneerde Oostenrijkse ministers. Zij hebben me een inkijk gegeven in de wereld van de politiek. Ik heb ook veel gelezen, van Machiavelli tot de Duitse socioloog Niklas Luhmann. En ik heb heel aandachtig op tv naar onze politici gekeken en hun gedragingen geobserveerd.”

 

Wat vinden de Oostenrijkse ministers van uw boek?

Michaël Kumpfmüller: “Dat heb ik hen nog niet gevraagd. Ik weet ook niet of ze het ondertussen gelezen hebben. Misschien moet ik hen toch maar eens opzoeken.”

 

© jan@janstevens.be

Vergelijkbare berichten