“Terroristen zijn minkukels”
“Terroristen zijn nitwits.” Die boodschap zindert door alle bladzijden van het magistrale Blood & Rage van Michael Burleigh. “Er loopt een rode draad van de 19e-eeuwse anarchisten tot de handlangers van Osama bin Laden: aan ideologie hebben ze allemaal een broertje dood”, stelt Burleigh. “Er loopt ook nog een andere rode draad doorheen de geschiedenis van het terrorisme, en dat is de verpletterende verantwoordelijkheid van heel wat ‘weldenkende’ intellectuelen.”
Het is stil op het lieflijke binnenpleintje voor het huis van historicus Michael Burleigh (°1955) in Zuid-Londen. “Jack Straw is vandaag niet thuis”, zegt hij, terwijl hij naar het huis aan de overkant wijst. “Als onze minister van Justitie er wel is, lopen hier permanent politieagenten rond, worden onze voortuintjes regelmatig gecontroleerd en ondervinden we dagelijks de ‘dreiging’ van het terrorisme. Dankzij mijn beroemde overbuurman moet dit pleintje nu een van de meest beveiligde plaatsen van Londen zijn.”
Tot voor een paar jaar werkte Michael Burleigh als professor aan verschillende gerenommeerde universiteiten. Het succes van zijn boek Het Derde Rijk uit 2001 stelde hem in staat om het academische milieu de rug toe te keren en voltijds schrijver en journalist te worden. “Ik ben blij dat ik van dat wereldje verlost ben”, zegt hij. “Mijn vroegere collega’s uit de universiteit kijken me nu met de nek aan. Ze vinden het een onvergeeflijke doodzonde dat ik mijn academische carrière opgegeven heb om godbetert een journalist te worden.”
Als freelance historicus en journalist schreef hij de veelgeprezen boeken Aardse machten en Heilige doelen, waarin hij uiteenzet hoe de teloorgang van het christendom in Europa vanaf de 18e eeuw gecompenseerd werd door de opkomst van ‘politieke religies’ – van de cultus van de rede tot de verering van Stalin. In zijn nieuwste magnum opus Blood & Rage, A Cultural History of Terrorism, beschrijft hij de terroristische groeperingen van de laatste eeuwen: van de 19e-eeuwse anarchisten tot Al Qaida. Zijn conclusie is vernietigend: “Het waren bijna allemaal nitwits en gevaarlijke idioten.”
Ook al beweren ze allemaal voor hun idealen te strijden, hun ideologische kennis is zo goed als onbestaande?
BURLEIGH: Het zijn ongelooflijke minkukels. Veel van de huidige moslimterroristen hebben amper scholing gekregen. Dat verklaart meteen ook hun uitzinnige woede. Kijk maar eens naar de zelfmoordvideo’s die die kerels opnemen voor ze zichzelf opblazen, hoe ze hun vinger in je gezicht duwen. De meesten kunnen zich amper fatsoenlijk uitdrukken.
De Britse inlichtingendienst heeft een gedragsonderzoekunit die de gearresteerde terroristen grondig ondervraagt. De onderzoekers zijn tot de conclusie gekomen dat al hun gevangenen een bedroevende kennis hebben van hun eigen religie. Hetzelfde fenomeen zag je bij de extreemlinkse terroristen uit de seventies, die amper iets van Marx gelezen hadden. In Blood & Rage citeer ik een lid van de Baader-Meinhofgroep. Hij zei: “We lazen veel theorieën half. Die ene helft begrepen we – de andere helft niet.” Het bizarre is dat veel terrorismebestrijders dat niet door hebben. Een tijd geleden was ik op een seminarie over moslimterrorisme, waar toevallig nogal wat special branch officers en MI5-mensen aanwezig waren. Op een bepaald moment werd het wel heel erg absurd, en begon de bijeenkomst verdacht veel op een theologieseminarie in Oxford te lijken. “Als je kijkt naar de islamitische theologie in de 17e eeuw, dan kun je daaruit leren waarom Al Qaida zus en zo handelt.” Ik dacht: “Christus, wat gebeurt er hier? Deze lui zijn totaal verkeerd bezig.”
Ze namen de moslimterroristen ernstig?
BURLEIGH: Ja. Wat een fatale vergissing is. Het wordt hoog tijd dat we terroristen herleiden tot wat ze echt zijn: moordenaars en criminelen. Mensen haten je als je dat als intellectueel zegt, want de voornaamste rol van een academicus of intellectueel is om de dingen complex te maken. Hoe meer je het beeld vertroebelt, hoe beter. Blijkbaar is het de taak van de intellectueel om zaken als terrorisme te herleiden tot een grijze brij. Wie zoals ik stelt dat die kerels gewoon dommekloten zijn, is een hond in het kegelspel. Daarom ook reageren Britse academici zo boos op dit boek. Ik krijg wél lovende reacties van de mensen op het veld. Peter Clarke, het hoofd van de nationale terrorismebestrijding, heeft mijn boek tot verplicht leesvoer gemaakt voor terroristenbestrijders in spe. Academici zijn door Blood & Rage geshockeerd, terwijl de mensen op het veld het een schitterend boek vinden.
Uit uw boek blijkt dat de verantwoordelijkheid niet onderschat kan worden van sommige met terroristen sympathiserende intellectuelen.
BURLEIGH: De bezetenen van Fjodor Dostojevski vertelt het verhaal van de terroristische nihilisten van Sergei Nechajev. In zijn roman beschrijft Dostojevski de grotere maatschappij waarin ze actief zijn. Alle slimmerds, van de rechters tot de weldenkende en welvarende dames, staan aan Nechajevs kant. Tijdens het theedrinken fezelen de dames tegen elkaar: “Prachtig toch wat die kerels willen bereiken. Jammer dat ze niet goed begrepen worden.” Diezelfde houding trof je ook aan in Duitsland tijdens de terreur van de Rote Armee Fraktion. In die periode was ik in Berlijn om research te doen voor mijn doctoraalthesis. Ik huurde een flat van vage, gefortuneerde kennissen, die zeer sympathiek stonden tegenover de terroristen van de RAF. In de flat onder die van mij hebben ze lange tijd een koppel gehuisvest dat actief was in de Baader-Meinhofgroep. Mijn huisbaas – een kaviaarsocialist – was er erg trots op dat hij dat soort van mensen onderdak verleende. In rijke linkse kringen golden RAF-terroristen als een statussymbool. Hetzelfde verschijnsel zie je nu ook hier in Londen. In 2006 liepen er demonstrerende geschifte idioten uit de middenklasse door de straten met borden waarop te lezen stond: “Nu zijn wij allemaal Hezbollah.” Veel van onze linkse jongens en meisjes haten Israël en Amerika zo hartsgrondig, dat ze er geen graten in zien om het op te nemen voor islamterroristen. Ken je Mary Beard, die afschuwelijke professor Klassieke Cultuur uit Cambridge? Vlak na 9/11 schreef ze in de London Review of Books dat Amerika zijn verdiende loon gekregen had. Walgelijk. Nu is ze visiting professor in Berkeley, Amerika of all places. (lacht luid en schamper)
In december 1974 kreeg de gearresteerde Andreas Baader in zijn cel in Stammheim het bezoek van Jean-Paul Sartre. Hij zat een half uur bij Baader, die hem een hele uiteenzetting gaf over zijn ‘filosofie’. Baader was ooit begonnen als succesvolle autodief – zijn persoonlijke record om in een auto in te breken, stond op 10 seconden. Hij had de reputatie om erg gewelddadig te zijn, en hield er als jonge kerel van om massale cafégevechten uit te lokken. Toen Sartre terug naar buiten kwam, zei hij in vertrouwen tegen zijn begeleider en tolk Daniel Cohn-Bendit: “Wat een klootzak, die Baader.” Op een persconferentie later die dag zei Sartre onder het oog van de camera’s: “Baader ziet eruit als een gemartelde man. Hij wordt niet gefolterd op de manier van de nazi’s, maar veel subtieler. Hij wordt psychologisch gemarteld. De gevangen genomen leden van Baader-Meinhof zitten 24 uur op 24 geïsoleerd in een witte cel, met het licht constant aan, zonder ook maar enige verstrooiing.” Alles wat Sartre zei, was stuk voor stuk gelogen. De lichten van de cellen werden om 10 uur ’s avonds gedoofd, en Baader heeft nooit geïsoleerd gezeten: hij ontving gemiddeld vijf bezoekers per dag. De gearresteerde terroristen van de RAF leefden in vrij luxueuze omstandigheden. Ze konden lezen waar ze maar zin in hadden. Op een bepaald moment vond Andreas Baader zijn cel claustrofobisch, dus sloopten de bewakers een muur waardoor hij de beschikking had over twee cellen. Vanaf dat moment leefde hij in een soort van suite, met Jan-Carl Raspe als zijn persoonlijke lakei. Op een bepaald moment smeekte Raspe om de muur terug op te bouwen om verlost te geraken van “die maniak Baader”. Veel mensen geloofden en geloven nog steeds dat de RAF-gevangenen verschrikkelijk afgezien hebben in Stammheim, maar de publieke opinie kun je wijsmaken wat je wil. De Duitse overheid heeft zich op geen moment als een soort van fascistische staatsterrorist misdragen. Toen de leden van Baader-Meinhof merkten dat de zaken niet verliepen zoals zij gewenst hadden, pleegden ze collectief zelfmoord en lieten ze het uitschijnen dat ze vermoord waren. In een heel cynische poging misbruikten ze hun eigen levens om de Duitse staat te criminaliseren. De theorieën die de ronde doen dat ze door de staat vermoord zouden zijn, zijn je reinste flauwekul.
Ik heb me tijdens het schrijven van Blood & Rage erg goed geamuseerd op de kap van onze Duitse vrienden van de RAF. Ze zijn zo typisch Duits. Ik vond het erg verhelderend dat de RAF-terroristen vaak een nazi-voornaam hadden zoals Gudrun, Thorwald, je kunt er echt niet naast kijken. Hun ouders waren fans van de Führer, of op zijn minst beïnvloed door de Zeitgeist toen ze hun kinderen een voornaam gaven. En dan heb je de voormalige RAF-terrorist Horst Mahler, die nu een notoire neonazi en negationist geworden is. Ik vind zijn parcours van extreem-linkse terrorist tot neonazi zeer verhelderend – daarnaast is hij ook een van die verdomde mensenrechtenadvocaten geworden.
Wat is er mis met mensenrechtenadvocaten?
BURLEIGH: Ze gaan veel te vaak over de grens, van ideologische sympathie voor hun cliënten evolueren ze naar activist en handlanger. Veel van de advocaten van de Italiaanse Rode Brigades en van Baader-Meinhof zijn actieve helpers geworden, en de geschiedenis herhaalt zich jammer genoeg ook nu met de islamisten. Veel advocaten die in Groot-Brittannië de provo’s vertegenwoordigden, zijn nu de advocaten van de islamisten. Het zijn advocaten met een fundamentele haat tegenover de politie. Het bizarre is dat islamisten niet geïnteresseerd zijn in mensenrechten, maar toch staan die mensenrechtenadvocaten hen met raad en daad bij.
De strijd in Noord-Ierland tussen katholieken en protestanten wordt vaak voorgesteld als een sociaal conflict: het gevecht van de katholieke arme verdrukten tegen de protestantse arrogante onderdrukkers. Vocht het IRA voor een rechtvaardige zaak?
BURLEIGH: De Troubles zijn op geen enkele manier te verantwoorden. Op het vlak van sociale voorzieningen, lonen en al dat soort zaken, was je in het begin van de Troubles veel beter af in het Britse Noord-Ierland dan in de onafhankelijke Ierse republiek. In die tijd was de Ierse republiek een poel van armoede. Als werkloze was je er materieel beter aan toe in Belfast dan in Dublin. Een Noord-Ierse werkloze kreeg in 1969 4,5 pond per week, een Ierse 3,25 pond. Er waren heel wat bewust in stand gehouden misverstanden en onwaarheden over de behandeling van katholieken in Noord-Ierland. Ik heb nog Amerikanen ontmoet die dachten dat Noord-Ierse katholieken niet mochten gaan stemmen. Belachelijk, want Noord-Ierse katholieken hadden natuurlijk wel stemrecht. Het IRA was gewoon een ordinaire, puur criminele organisatie, even machtig als de Napolitaanse maffia. Dat maffieuze is altijd een vast onderdeel van hun zogenaamde ‘vrijheidsstrijd’ geweest.
Als je in Belfast rondwandelt, krijg je een erg goed inzicht in hoe lokaal en tribaal het conflict eigenlijk was, en hoe het zich afspeelde tussen twee rivaliserende groepen van working class people. Van zodra je in de middenklassewijken komt, merk je dat de mensen daar zo goed als niet besmet zijn door die blinde haat. In Belfast kun je zien hoe de dertigjarige Troubles een sterk uit de hand gelopen ruzie waren tussen een paar straten. De visie van IRA-man Eamon Collins zegt veel over het hele conflict – hij is trouwens later door zijn eigen organisatie uit de weg geruimd. Collins kon niet verdragen dat er wijken waren in Noord-Ierland waar katholieken en protestanten wel overweg konden met elkaar, en een rustig, welvarend leven leidden. Hij besloot om het Crown Hotel in het stille kuststadje Warrenpoint op te blazen. “Ik haat de vrede en de rust van die kleine kuststadjes waar middenklassekatholieken en –protestanten in harmonie leven”, zou hij later verklaren. “Warrenpoint was voor mij net als een zoete kers op de taart, dus wou ik ze opblazen.” Dezelfde haat vind je terug bij veel terroristen van diverse pluimage. Daar komt bij dat ze zich aan een kolossale vorm van ‘zelfromantisering’ bezondigen. Ze praten zichzelf omhoog, en willen de loop van de geschiedenis blijvend beïnvloeden. Ze zijn extreem hoogmoedig. Een rustig, defensief leven werkt voor hen als een rode lap op een stier. Het staat haaks op hun eigen zelfbeeld en daarom willen ze het vernietigen.
Islamisten leven vaak in samenlevingen waarvan ze de spelregels totaal verachten. In plaats van via politieke, legitieme weg veranderingen na te streven, vermoorden ze mensen.
Niet zo lang geleden was ik in Caïro. Je kon daar op straat voelen hoe islamisten tewerk gaan: er hangt een constante dreiging van geweld – het is als een ijskoude tocht die vanonder de deur naar binnen sluipt. De islamisten vergroten hun invloed door sociale controle en afkeuring. Ze importeren een collectieve afkeuring voor onze westerse manier van leven in de maatschappij. Nu zie je steeds meer vrouwen met hoofddoeken op straat in Caïro. Een vrouw die in een minirok buiten komt, riskeert haar leven. Op een avond belandden we in een heel gewoon café. Er hing een tv waarop een zwartwitfilm uit de veertiger jaren speelde. Er zat een kerel in pak en das op een piano te spelen, en een heel mooie vrouw in een cocktailjurk zong. En alle mensen in dat café zongen met haar mee. Ik vroeg me af: “Waar is het godverdomme mis gegaan?”
Zijn we te tolerant?
BURLEIGH: Ik vind dat we af moeten van die verwerpelijke cultuur van mededogen met islamisten, die je terugvindt in onze universiteiten, scholen en lokale besturen. We moeten duidelijk stellen: “Kijk zo leven we, dit zijn onze waarden. Luister maat, als het je niet aanstaat, trap het dan af.” Een contract laten tekenen is een erg goed idee, en ook zoiets als een voorwaardelijk burgermanschap, zodat nationaliteit niet iets is dat je zomaar krijgt, maar iets dat je moet verdienen. De Italiaanse inlichtingendiensten zijn meester in het afluisteren van telefoongesprekken. Als je de transcripties van die getapede gesprekken ziet, en leest wat die moslimfundamentalisten echt van ons denken, word je misselijk. Het is ongelooflijk. De economische recessie die nu over ons spoelt zal ons misschien wel verplichten om realistischer te worden.
Uw boek eindigt nogal deprimerend met de voorspelling dat het nog een jaar of dertig zal duren voor we van Al Qaida af zijn.
BURLEIGH: Ik hoop uit de grond van mijn hart dat ik ongelijk heb, en dat ze er sneller het bijltje bij neer zullen leggen. Toen ik met een paar intelligente mensen in het Pentagon praatte, opperden ze het idee om Al Qaida te behandelen als een slecht merk. Ze vertelden me dat ze veel boeken gelezen hadden over reclame. Ze hadden het over een auto uit de fifties, de Ford Edsel, een benzinezuiper met vinnen op de achterflanken, waar de Amerikanen van gruwden. Hij stond synoniem voor totale mislukking – Edsel werd de afkorting voor: Every Day Something Else Leaks. Ford verloor er 400 miljoen dollar aan. Die mensen uit het Pentagon vertelden me dat ze van Al Qaida de Edsel onder de terroristen wilden maken: een besmet merk. Uit interne Al Qaidacommunicatie die de Amerikanen onderschept hebben, blijkt dat er heel wat ontevredenheid leeft bij de gemiddelde Marokkaan die zichzelf moet opblazen. “Waarom zijn alle kerels die strategische beslissingen nemen Egyptenaren? Terwijl ik het strontwerk moet doen. Ik moet mezelf opblazen.” De bedoeling van de lui van het Pentagon is dat lokale groeperingen in Belujistan denken: “We kunnen beter op eigen houtje de Pakistani blijven ambeteren, in plaats van ons te associëren met die losers van Al Qaida.” Misschien werkt het wel. Laat ons hopen.
© jan@janstevens.be