Het jongetje met het mooiste handschrift
Tijdens zijn studie kunstgeschiedenis was Brody Neuenschwander er heilig van overtuigd dat hij later de kost zou verdienen als academicus in een stoffige universiteitsbibliotheek. Vandaag vult hij als wereldvermaard kalligraaf zijn dagen met het kunstig schrijven van letters. “Het leven volgt soms rare kronkels.”
Kalligraaf en tekstkunstenaar Brody Neuenschwander (57) woont en werkt in het statige herenhuis ‘De Patience’ in het historische hart van Brugge. Bij verbouwingswerken begin jaren negentig legde hij tijdens het afkappen van een laag pleister eigenhandig middeleeuwse kalligrafie uit 1381 bloot. Hij liet de muurschilderingen restaureren en werd zo bij toeval eigenaar van uniek kalligrafisch erfgoed. “Mijn fascinatie voor middeleeuwse handschriften ligt ook aan de basis van mijn ‘obsessie’ met kalligrafie”, zegt hij. “Ik ben geboren in Texas en studeerde kunstgeschiedenis aan de universiteit van Princeton. Daar bewaren ze een bijzonder grote verzameling middeleeuwse handschriften. Die boeken zijn fantastisch: elke bladzijde is uniek. In de universiteitsbibliotheek beleefde ik gouden tijden.”
Vandaag geldt Neuenschwander wereldwijd als een van de meest vooraanstaande kalligrafen. Hij schreef teksten voor alle grote musea, ontwierp letters voor uitgevers en softwareontwikkelaars, werkte mee aan films en verzorgde de belettering voor cd’s van beroemde artiesten zoals de Ierse Enya. “Tijdens mijn studie kunstgeschiedenis was ik er rotsvast van overtuigd dat ik academicus zou worden, intussen leef ik al dertig jaar van mijn kalligrafiepen. Het leven volgt soms rare kronkels.”
Dansende doordrukletters
Op zijn achtste kwam Brody Neuenschwander voor het eerst met kalligrafie in aanraking. “We verhuisden voor een jaar van Texas naar Duitsland. Daar zag ik hoe de kinderen op school met een kroontjespen elke dag hun schoonschrift oefenden. De kinderen in Texas waren op dat moment nog aan het knoeien met potlood en blokletters. Ik moest me dus snel aanpassen, maar ik vond dat niet erg. Terug in Texas hadden mijn medeleerlingen hun potlood ingeruild voor een balpen. Hun schoonschrift verschilde dag en nacht van wat ik in Duitsland geleerd had. Ik moest me dus opnieuw aanpassen en niet alleen van taal veranderen, maar ook van schrijfcultuur. Ik vond dat prima en ik was er zeer bedreven in. Ik was altijd dat jongetje met het mooiste handschrift.”
Brody lacht aanstekelijk, nipt van zijn koffie, denkt diep na en zegt: “Jonge mensen experimenteren met het schrijven van hun eigen naam. Eigenlijk is dat een veruitwendiging van hun zoektocht naar hun identiteit. Ik was daar als adolescent ook mee bezig: ik schreef graag en veel en kreeg daar lof voor van de leerkrachten. Toen ik eind jaren zeventig kunstgeschiedenis studeerde, wisten studentenverenigingen me direct te vinden. Ze vroegen of ik affiches wou maken voor hun activiteiten. Veel technische hulpmiddelen waren er toen nog niet. Zelfs een kopieerapparaat was exotisch.”
Het was de tijd van de ‘dansende doordrukletters’? “Precies. Mensen knutselden zelf hun affiches en foldertjes ineen met die legendarische Letraset-doordrukletters. Ik viel op omdat ik met de pen mooie letters fabriceerde. Tijdens mijn studentenjaren verdiende ik dankzij de kalligrafie veel drinkgeld. Na Princeton trok ik naar Londen om er te gaan doctoreren. Ik schreef me meteen ook in aan het Roehampton Institute waar in die tijd uitsluitend kalligrafie gedoceerd werd. Uren was ik er zoet met het inoefenen van geschriften. We analyseerden basisalfabetten en leerden die daarna met akelig typografische nauwkeurigheid zelf schrijven. We leken wel machines. Onze leermeesters waren pas tevreden als onze handschriften eruitzagen alsof ze gecreëerd waren door een robot. Nu weet ik dat de docenten van dat instituut kalligrafie fout benaderden. Toen had ik dat niet door.”
Ze vermoordden de ziel in de teksten die Brody en zijn medeleerlingen schreven? “Technisch klopten onze teksten als een bus, alleen waren ze zielloos en griezelig in hun perfectie. Het is niet omdat je zonder fouten toonladders op een piano kunt spelen, dat je ook doorleefde muziek maakt. Na mijn opleiding aan dat instituut was ik een echte vakman, alleen had ik geen flauw idee hoe ik emotie in mijn werk moest stoppen. Dat heb ik in de loop der jaren met vallen en opstaan zelf moeten ontdekken. Mijn grote troef als kalligraaf is nu dat ik enorm veel emotie zet in mijn schrijflijn. Als ik anderen mag geloven, is dat mijn grootste talent.”
Gotische letters
Na zijn studies ging Brody Neuenschwander aan de slag bij de Britse ‘Koninklijke Kalligraaf’ Donald Jackson. “Hij maakt de oorkondes voor de adel. Bij hem zag ik hoe ik van kalligrafie mijn beroep kon maken. Ik ben er een jaar gebleven en vervolgens zelfstandige geworden. Ik had ondertussen in Londen mijn Vlaamse vrouw leren kennen: ook zij studeerde er kalligrafie. In 1993 zijn we naar Brugge verhuisd.”
De eerste jaren als zelfstandig kalligraaf zag Brody zwarte sneeuw. “Het was niet eenvoudig om werk te versieren. Toen ik nog in Engeland werkte, werd ik uitgenodigd om deel te nemen aan een groepstentoonstelling van verschillende kalligrafen. Ik zag het werk van de anderen en vond het slaapverwekkend saai. Ik voelde de ambitie opborrelen om hen allemaal van de kaart te vegen. Een half jaar lang heb ik toen aan één kalligrafisch werk geschreven waarvan ik wist dat het vernieuwend zou zijn. Op de tentoonstelling kreeg ik alleen lovende kritieken. De Engelse kalligrafieliefhebbers vonden mijn werk een stap vooruit. Voor hen leek het revolutionair, maar artiesten en recensenten die in de moderne beeldende kunst actief waren, vonden het heel gewoon.”
De kunst van het kalligraferen liep eind jaren tachtig, begin jaren negentig een beetje achter op de tijdsgeest? “Een beetje veel”, lacht Brody. “De Britse kalligrafen staarden naar hun eigen navel en vergaten om over het muurtje naar andere kunstvormen te kijken. Ze hadden geen oog voor de evolutie die kunst in de twintigste eeuw doormaakte.”
Ze waren in de middeleeuwen blijven steken? “Zelfs dat niet, want toen was kalligrafie tenminste nog sappig. In de 19e eeuw hielden veel mensen niet van de industriële revolutie met zijn nieuwerwetse machines en ze wilden die liefst vernietigen. Engelse kalligrafen leden aan dezelfde vernieuwingsangst en waren gigantisch conservatief. Kalligrafen op het vasteland waren dan weer veel vooruitstrevender. Vooral de Duitse kalligrafen volgden begin 20e eeuw aandachtig de evoluties in zowat alle kunstuitingen. Ze lieten zich inspireren door moderne kunst en waren sterk geïnteresseerd in hedendaagse typografie. Zij hebben de kalligrafie gemoderniseerd.”
Bizar, want bij Duitse kalligrafie denkt een leek toch meteen aan agressieve gotische letters? Brody knikt. “Terecht. Tot in de jaren veertig werden boeken in Duitsland in het gotisch gedrukt, waardoor Duitse kalligrafen met hun gotisch schrift automatisch actueel bleven. Kalligraaf, letterontwerper en graficus Rudolf Koch was in die tijd zeer bekend voor zijn emotionele gotische schrift. Hij heeft prachtige zetletters ontworpen voor de drukindustrie. Hij zat met één voet in de traditie en met een andere in de technologische vernieuwing. Een andere Duitse kalligraaf, Hermann Zapf, vertrok vanuit de kalligrafie om nieuwe lettertypes te ontwerpen die nu standaard in tekstverwerkers op onze computer zitten.”
Kalligrafie blijft dus ook in onze digitale tijden belangrijk? “Zeker. Ik ontwerp fonts voor tekstverwerkers. Ik digitaliseer ze niet, dat is een werkje voor echte nerds. Ik schrijf de letters in inkt op papier, in het volle bewustzijn dat ze dienst zullen doen als digitaal lettertype. Ik vind de nieuwe digitale middelen trouwens fantastisch. De basis van mijn werk blijft inkt op papier, waarna ik mijn scanner aanzet en zo mijn ‘analoge’ geschriften naar het scherm van mijn computer overbreng. Die scanner is een van mijn belangrijkste werkinstrumenten geworden: hij verbindt mijn kalligrafie met het digitale. Alles wat ik geschreven heb, passeert via de scanner, komt zo in de virtuele wereld terecht en wordt daar verder bewerkt. We beleven nu een schitterende tijd, want ik heb als kalligraaf zoveel meer middelen en mogelijkheden dan vijftig jaar geleden. Ik kan sneller werken en wat ik creëer, is grafisch interessanter dan het werk dat ik maakte vóór de digitale revolutie.”
3000 karakters
Vandaag zijn de mogelijkheden dankzij de digitalisering bijna onbegrensd, vindt Brody. “Neem de digitale Montblanc-pen en de Samsung-tablet. Je schrijft in handschrift met de pen op de tablet, waarna jouw boodschap automatisch omgezet wordt in zetletters die je kunt mailen of opslaan als document. Voor Chinezen en Japanners is dat een onwaarschijnlijk belangrijke uitvinding. Wie een Chinese krant wil lezen, moet een basiskennis van 3000 karakters hebben. Wij westerlingen trekken ons uit de slag met 26 letters, waardoor het toetsenbord van onze computer compact blijft. Tijdens het begin van de digitaliseringsgolf zaten de Chinezen met de handen in het haar, want een toetsenbord met 3000 karakters is waanzin. Ze moesten allerlei trucs verzinnen om met een westers toetsenbord 3000 karakters te kunnen tikken. Een gewone tekst intikken, was bijna een nachtmerrie en bezorgde China een achterstand. De nieuwe digitale technologie werkt die achterstand voorgoed weg: nu kunnen ze met de pen op het scherm hun karakters schrijven die meteen door de computer herkend worden.”
Is Brody niet bang dat de digitalisering de ziel uit zijn werk zal halen? “Dat is een reëel gevaar”, knikt hij. “Door een geschreven tekst te digitaliseren kan hij zijn warm bloed verliezen. Vorige week heb ik een film opgenomen voor een installatie in het Joods Museum in Berlijn. Ik schreef in het Arabisch, Hebreeuws en Latijn en mijn pen in beweging werd gefilmd. Mijn live writing zal op de muren van het museum geprojecteerd worden. Ik kan je verzekeren: die installatie zal de bezoekers koude rillingen bezorgen. Ze zien de inkt vloeien en horen het papier kraken. Dat is een veel intensere ervaring dan een starre droge tekst.”
Zeldzame diersoort
Brody Neuenschwander maakte voor het eerst kennis met het digitale in 1990, toen de Britse regisseur Peter Greenaway hem vroeg of hij wou meewerken aan diens film Prospero’s Books. “Dat was meteen ook mijn eerste grote project. Prospero’s Books is de allereerste film ooit die digitaal gemonteerd werd. In de film zie je mijn hand teksten kalligraferen. In die tijd maakte ik me nog zorgen over de digitale transformatie, want kalligrafie is pure handenarbeid. Ondertussen weet ik dat digitalisering een zegen is. Want met elk nieuw jaar dat erbij komt, word ik een nog zeldzamere diersoort. Hoe minder kalligrafen er zijn die het vak tot in de puntjes beheersen, hoe interessanter het wordt voor de ‘overblijvers’ zoals ik.”
Er zijn in de kalligrafie geen ambachtslui meer? “Het was een tijd echt huilen met de pet op, nu is er gelukkig verbetering in zicht. Kalligrafie is zelfs erg in trek bij grafische vormgevers in spe. Ze beginnen in te zien dat een beroepsleven met alleen een muis in de aanslag en een scherm voor de neus niet bevorderlijk is voor de creativiteit. Ze verlangen terug naar het ambachtelijke van de kalligrafie. Twintigers die nu aan de academie grafische vormgeving studeren, zijn volbloed digital natives: zij hebben geen wereld zonder computers gekend. Daardoor hebben ze ook een belangrijke fase in hun ontwikkeling gemist: ze hebben nooit geleerd om eigenhandig een tekst te schikken, want de computer doet dat volautomatisch voor hen. Sommigen kloppen daarom nu bij mij aan: ze willen dat ik hen leer letters te kalligraferen, zodat ze zelf vorm kunnen geven aan a, b en c.”
Brody helpt hen de roots van de kalligrafie herontdekken? “Ja. Door terug letters met de pen te leren schrijven, ontwikkelen die jonge vormgevers meer flexibiliteit in hun denken en handelen. Wie zijn ambacht tot in de puntjes beheerst, kan het zich permitteren om buiten de lijntjes te kleuren. Weet je wat zo paradoxaal is? Steeds meer gewone mensen beoefenen kalligrafie als hobby, terwijl steeds minder professionele vormgevers zich in kalligrafie specialiseren. Slechts een handvol onder hen hebben daarenboven ook ambitie om kunstenaar te zijn.”
Zoals Brody? “Ja, en dat is niet altijd even eenvoudig. Het westen heeft geen kalligrafiecultuur, die is 500 jaar geleden met de start van de boekdrukkunst gestorven. Bij ons primeren schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur. De grootste kalligrafische cultuur ter wereld vind je in China. Het hele bestaan is daar op schrift gebaseerd en de belangrijkste vorm van kunst is kalligrafie. Dat geldt ook voor de Arabische wereld. Een moderne Arabische of Chinese kunstenaar kan meteen inspelen op die lange kalligrafische traditie. Als Westerse kalligraaf kan ik me niet op zo’n eeuwenoude traditie baseren, dus put ik dankbaar uit de Arabische en Chinese kalligrafie en werk ik samen met kalligrafen uit China, Japan, India en Korea. Dankzij de sociale media is dat gelukkig makkelijker dan ooit tevoren.”
© Jan Stevens