“Computers op school zijn misdadig”

Digitale media helpen de hersenen van onze kinderen om zeep. Dat is de heilige overtuiging van geheugenonderzoeker en psychiater Manfred Spitzer. Elk uur achter een beeldscherm is volgens Spitzer een uur teveel. ‘Als ik je zeg dat arsenicum giftig is, vraag je niet aan mij: “Hoeveel mag ik mijn kind geven?” Hetzelfde geldt voor digitale media.’

 

De Duitse professor en psychiater Manfred Spitzer zegt het niet met zoveel woorden, maar in zijn ogen moet Nicholas Negroponte, oprichter en directeur van de wereldberoemde NGO One Laptop Per Child (OLPC), de allure hebben van de verspreider van een kwalijk virus. Met zijn vrolijk ogende, robuuste, energiezuinige en spotgoedkope XO-laptops wil Negroponte zoveel mogelijk kinderen uit derde wereldlanden hun digitaal toegangsticket tot onderwijs en ontwikkeling bezorgen. Zo verdeelde hij in Peru en Uruguay een half miljoen laptops, in Argentinië zestigduizend en in Rwanda honderdduizend.

In zijn controversiële boek Digitale dementie maakt Manfred Spitzer brandhout van OLPC. Niet alleen omdat kinderen uit ontwikkelingslanden in de plaats van laptops volgens Spitzer vooral behoefte hebben aan degelijke klaslokalen en goed opgeleide leraars, maar ook omdat digitale media voor leerachterstanden zorgen, een deel van de hersenen doen krimpen en zo een vorm van voortijdige ‘dementie’ veroorzaken. Als directeur van de psychiatrische universiteitskliniek van Ulm ziet Spitzer naar eigen zeggen bijna dagelijks de gevolgen van overmatig computergebruik bij vooral mannelijke patiënten van halverwege de twintig. “Ze zijn verslaafd aan computergames”, zegt hij. “Ze zijn hun werk kwijt en uit hun huis gezet omdat ze achttien uur aan een stuk het gewelddadige oorlogsgame World of Warcraft zaten te spelen, met een emmer naast zich om hun gevoeg in te doen. Een commissie aangesteld door het Duitse parlement vindt het een goed idee om computerspelletjes massaal te introduceren in kleuterscholen. Dat is net hetzelfde als het uitdelen van alcohol aan kleuters: zo maken we ze gewoon verslaafd. De onderwijskundige Constance Steinkuehler van de universiteit van Wisconsin pleit er zelfs voor om jongens met leesproblemen op de lagere school World of Warcraft te laten spelen; volgens haar zouden ze zo wél leren lezen. Afgezien van het feit dat Steinkuehler de traditionele boekenleescultuur verticaal klasseert, doet ze alsof er geen enkel effect van gewelddadige games is op het gedrag van kinderen. Veel ‘deskundigen’ laten het uitschijnen alsof we nog niet weten of kinderen gewelddadig worden door geweldspelletjes te spelen, maar dat is flauwekul. Die link is zwart op wit bewezen. Heel die discussie is net als het achterhoedegevecht rond de klimaatverandering: die is ook bewezen, en het is niet omdat twee idioten het tegendeel beweren dat je verder je kop in het zand moet steken.”

 

U richt uw peilen niet alleen op computergames, maar op alle digitale media en ook op de tv: al die bewegende beelden zorgen er volgens u voor dat het geheugen van jonge mensen verschrompelt.

Manfred Spitzer: Met de auto ben je sneller van je huis tot bij de bakker dan met de benenwagen. Je auto neemt alle werk van je benen over waardoor ze op langere termijn verzwakken. We zijn het er allemaal over eens dat ons zittend arbeidsleven niet gezond is, en proberen voor tegenwicht te zorgen door in onze vrije tijd te joggen, fitnessen of fietsen. Net zoals de motor van een auto het werk van onze beenspieren overneemt, neemt informatietechnologie het werk over dat ons brein eigenlijk zou moeten doen. Computers zijn dus totaal ongeschikt om onze hersenen te trainen en deugen zeker niet als opvoedkundig instrument: het is zelfs misdadig ze in te zetten op het moment dat hersenen in volle ontwikkeling en training zijn. Wie altijd een rekenmachine gebruikt om sommen, producten of delingen te maken, leert nooit zelf rekenen. Als je alleen maar blind vertrouwt op het gps-systeem in je auto en nooit met behulp van een ouderwetse kaart de weg zoekt, zal je hippocampus, het navigatiesysteem van je brein, degenereren.

Een paar jaar geleden was er een interessant hersenonderzoek bij Londense taxichauffeurs. Daaruit bleek dat hoe langer een taxichauffeur in Londen aan de slag was, hoe groter zijn hippocampus werd. Van een Londense taxichauffeur wordt verwacht dat hij de weg in zijn stad zonder gps vindt. Ze moeten duizenden adressen en vijfentwintigduizend straatjes en straten kennen voor ze hun vergunning krijgen. Als vaststaat dat de hippocampus van zo’n man of vrouw in de loop der jaren groeit, heb ik geen bijkomende studies nodig om te weten dat de hippocampus krimpt van wie jarenlang alleen maar op zijn gps vertrouwt.

 

Dus ook als je een computerspel speelt waarbij je ervan uitgaat dat je moet nadenken, help je eigenlijk je hersenen naar de verdoemenis?

Spitzer: Niet alle games zijn hetzelfde en bij sommige spelletjes moet je inderdaad meer ‘nadenken’ dan bij andere. Maar het maakt niet uit wat voor spel je speelt: je verliest altijd je tijd. Die games zijn allemaal zo ontworpen dat ze verslavend zijn, waardoor veel jonge mensen kostbare tijd verliezen en niets bijleren. Jonge mensen spenderen gemiddeld elke dag 7,5 uur voor een scherm. Maak u geen illusie: van digitale media leren ze niets.

 

Niet alle activiteiten op een computer zijn toch even afstompend? Is er zo een groot verschil tussen teksten met een tekstverwerker schrijven of met een pen?

Spitzer: Daar bestaat veel onderzoek over: door met de pen te schrijven, zal je de dingen die je opschrijft beter herinneren. Het is een slecht idee om op school kinderen op jonge leeftijd te leren typen; alleen door met een pen op papier te schrijven, leren we memoriseren. De meeste staten van de VS hebben pen en papier geschrapt van het leerplan van de lagere school. Tegen het einde van het vierde leerjaar moeten de kinderen met tien vingers kunnen typen. Jonge Amerikanen leren dus een eeuwenoude techniek af om hun geheugen te trainen.

Een iPad in de eerste graad is uit den boze, net als een e-reader. Natuurlijk kun je een roman even goed van een e-reader lezen als van op papier. Maar het gaat mis van zodra die e-reader wifi heeft en online kan, want dan kun je videofragmentjes bekijken en van de ene op de andere hyperlink klikken die je van de ene website naar de andere voert. Surfen en klikken dragen niets bij aan het leerproces van kinderen, lezen wel. Het leereffect van een tekstboek zakt in als een soufflé van zodra het ‘besmet’ is met digitale media.

 

Toch lijken steeds meer scholen de introductie van een iPad te overwegen.

Spitzer: Al die pleidooien om op scholen op elk niveau iPads te introduceren, zijn gebaseerd op nonsens. De enige die daar financieel beter van wordt, is Apple. Tablets dragen niets bij aan het onderwijs. Integendeel. Chinese onderzoekers hebben een paar weken geleden een onderzoek gepubliceerd over de leescapaciteiten van lagere schoolkinderen uit het tweede, derde, vierde en vijfde leerjaar. Ze vergeleken de resultaten van nu met gelijkaardig onderzoek van twintig en tien jaar geleden. In de vorige onderzoeken kon in elk leerjaar gemiddeld 5 tot 10 % van de kinderen niet lezen. Nu blijkt dat 42% van alle Chinese kinderen uit het vierde leerjaar niet kan lezen. In het vijfde jaar is het zelfs nog erger. De onderzoekers weten perfect hoe dat komt: in het derde jaar leren de Chinese kinderen hoe ze op een computer moeten tikken. Al die pc’s staan ingesteld op ‘autosuggestie’, dus van zodra zo’n kind aanstalten maakt om een woordje in te tikken, zien ze op hun scherm al meteen de rest van het Chinese teken verschijnen, en hop, ze hoeven zelfs geen moeite meer te doen.

 

In vergelijking met twintig jaar geleden lijkt er vooral onder jongens een ware dyslexie- en ADHD-plaag te woeden. Is er een link tussen leerstoornissen en concentratieproblemen en de opkomst van digitale media?

Spitzer: Zeker. Er zijn wetenschappelijke studies die bewijzen dat flikkerende beeldschermen ADHD veroorzaken. De Amerikaanse kinderarts en onderzoeker Dimitri Christakis heeft dat een jaar of tien geleden uitgebreid onderzocht en beschreven, en hij is bijlange niet de enige. Baby’s, peuters en kleuters die vaak tv kijken, lopen het risico ADHD te ontwikkelen. Al dat schermgeflikker heeft een nefaste invloed op hun hersenen en overprikkelt ze, waardoor blijvende schade kan ontstaan.

Het feit dat vooral jongens een milde vorm van autisme ontwikkelen, is volgens mij te verklaren doordat ze van kleins af achter hun videogames zitten en verstoken blijven van gezond sociaal contact. Sociaal gedrag moet aangeleerd worden. Alleen door dat voldoende te trainen, ontwikkelt ook je sociaal brein.

 

Sociale netwerken zoals Facebook en Twitter zijn dus allesbehalve sociaal?

Spitzer: Ons sociaal brein bepaalt ons sociaal gedrag, net zoals de hippocampus onze navigatievaardigheden bepaalt. In november 2011 publiceerde Science een studie die aantoont dat hoe groter de groep is waarin je opgroeit, hoe groter je sociaal brein is. De gerenommeerde Britse antropoloog en evolutiebioloog Robin Dunbar publiceerde vorig jaar een studie die tot dezelfde conclusie komt: het sociaal brein van mensen met veel vrienden is groter dan dat van mensen met weinig vrienden. Facebookvrienden zijn geen echte vrienden; je kan geen empathie voelen via een scherm, laat staan dat je emotionaliteit in cyberspace kunt uitwisselen. Je zal nooit leren hoe je op iemand moet reageren als je hem nooit in levende lijve te zien krijgt. Het sociaal brein van een mens met 1000 Facebookvrienden is niet beduidend groter dan dat van iemand met een paar echte, levende vrienden. Je moet geen Einstein zijn om te kunnen inschatten wat het effect is op je sociaal brein als je echt sociaal contact inwisselt met fake contact.

 

Hoe gevaarlijk zijn digitale media voor de hersenen van volwassenen?

Spitzer: U hoeft zich geen zorgen te maken: u mag uw teksten op het klavier van uw pc blijven tikken en naar Google blijven surfen. Van zodra je brein ontwikkeld is, loop je geen enkel risico meer op schade. Alleen hersenen in volle ontwikkeling zijn kwetsbaar. Het is dan ook zeer onverstandig om uitstekende leermiddelen zoals schoolbord en krijt, gedrukte leerboeken en pen en papier overboord te gooien en te vervangen door nefaste technologie zoals smartboards, laptops en tablets.

 

Die zouden pas vanaf de hogeschool of universiteit ingeschakeld mogen worden?

Spitzer: Juist. De enige plaats waar mensen hun voordeel doen met digitale media, is op hogescholen en universiteiten. Uit de internationale PISA-studie van het OESO die onderwijssystemen evalueert, blijkt dat een computer op de slaapkamer van een 15-jarige een kwalijke invloed heeft op de schoolresultaten. Wetenschappers van de universiteit van München hebben een gelijkaardig grootschalig onderzoek gevoerd en kwamen tot dezelfde conclusie: computers op tienerkamers ondergraven de leercapaciteiten van kinderen. Birmingham in de Amerikaanse staat Alabama was vroeger een bloeiende industriële stad die het de voorbije decennia economisch zwaar te verduren kreeg. In 2007 vond de burgemeester dat hij iets moest doen om de kinderen van zijn stad op weg te helpen naar het beloftevolle it-tijdperk, dus kocht hij via One Laptop Per Child 15.000 laptops die hij wegschonk aan schoolkinderen van de eerste tot en met de vijfde klas. In 2011 is het hele project afgevoerd omdat bij een tussentijdse evaluatie bleek dat de kinderen die een laptop gekregen hadden, veel slechter presteerden dan degenen zonder. Moraal van het verhaal: als je je zoon of dochter van 15 een laptop schenkt, lijden zijn of haar schoolresultaten er onder.

 

Is wat u digitale dementie noemt, omkeerbaar?

Spitzer: Herstel is altijd mogelijk, maar het wordt toch bijzonder moeilijk als je op jeugdige leeftijd al een flink deel van je ontwikkeling gemist hebt. De hersenen blijven kwetsbaar tot ongeveer het achttiende levensjaar. Wie van zijn peutertijd tot het einde van zijn middelbaar door overmatig computergebruik een zware achterstand opgelopen heeft, zal heel wat tandjes moeten bijsteken om dat weer goed te maken. Als ouder wil je je kind toch nooit zoiets aandoen? Als je kleine kinderen hebt, is het toch verstandiger om geen risico te nemen en de pc te bannen? Ik weet dat het niet simpel is, want computers lijken het alfa en omega. We zijn er allemaal gek van en horen ook overal alleen maar over de zegeningen van het digitale tijdperk praten. Daar zullen we binnen een paar jaar veel spijt van krijgen, als duidelijk wordt hoe groot de schade aan het brein van de volgende generatie is.

 

Toen uw boek vorig jaar in Duitsland verscheen, kreeg u bakken kritiek over u heen. Bent u de enige roepende in de woestijn?

Spitzer: Nee. In februari 2012 publiceerde het Amerikaanse onderzoekscentrum PewResearchCenter de resultaten van een online-enquête onder 1.021 internetexperts. Ze hadden de keuze tussen twee uitspraken over het internet, en de gevolgen daarvan voor de mentale vaardigheden van de komende generatie. De ene uitspraak luidde: “In 2020 zullen de hersenen van multitaskende tieners en jongvolwassenen anders ‘bekabeld’ zijn dan de hersenen van mensen boven de vijfendertig, en dat zal positieve gevolgen hebben. Ze zullen geen cognitieve schade hebben, maar meer en eerder in staat zijn antwoorden op diepgaande vragen te vinden, omdat ze efficiënter hebben leren zoeken en de informatie op het internet beter kunnen plaatsen.” 55% van de ondervraagden was het met dat optimistische toekomstbeeld eens. Maar 42% koos voor de negatieve variant: “In 2020 zullen de jongeren een slecht geheugen hebben en zal het grootste deel van hun energie gaan naar de uitwisseling van korte berichten, amusement en naar zaken die afleiden van serieuze relaties met mensen en ideeën. Ze kunnen niet diepgaand nadenken en hebben geen sociale vaardigheden voor persoonlijk contact. Ze hebben een ongezonde afhankelijkheid van internet en mobiele apparatuur en kunnen niet meer functioneren.” Ik ben dus niet de enige die de toekomst niet rooskleurig tegemoet ziet. Ik word wel zwaar getackeld en aangepakt door de grote medialobby. Zij proberen me te verkopen als the outsider, maar die bevraging van Pew toont aan dat veel experts het met me eens zijn. Nogal wat ouders voelen trouwens intuïtief aan dat ik gelijk heb. Mensen met kinderen of mensen die met kinderen werken, zijn blij met de publicatie van Digitale dementie. Elke dag krijg ik e-mails van ouders, leerkrachten en kinderverzorgers. ‘Dank u, professor Spitzer. We dachten al lang dat er iets niet pluis was met die digitale media, maar dankzij u voelen we ons eindelijk begrepen.’

 

Pc’s, laptops, tablets en smartphones zijn deel geworden van ieders leven. Zoiets kan je toch moeilijk tegenhouden?

Spitzer: In de eerste plaats moeten ouders opgevoed worden. Zij moeten ervan doordrongen raken dat een medium als tv slecht is voor de ontwikkeling van hun kind. In Nieuw-Zeeland is er vanaf begin jaren zeventig tot de millenniumwissel een grootschalig onderzoek gevoerd naar de ontwikkeling van kind tot volwassene. Meer dan duizend mensen uit verschillende sociale klassen zijn er van hun geboorte tot hun 26e levensjaar gevolgd. Ook de tv-consumptie van de deelnemers werd nauwgezet in kaart gebracht. De resultaten waren schrikwekkend. Als je als ouder weet dat dagelijks tv-kijken voor kinderen tussen drie en dertien jaar met een gemiddeld IQ, de kans op criminaliteit met 30% vergroot, de kans op werkloosheid later met 37% vergroot en de kans op een universitair diploma drastisch verlaagt, heb je toch geen keuze dan die tv buitengooien? Ouders vinden het makkelijk om hun kind een paar uur voor de tv te zetten, net zoals het makkelijk is om een jengelend kind vol te stoppen met ijsjes. We zijn ons allemaal bewust van het nadelige effect van teveel suiker en calorieën op het lichaam van onze kinderen. Het wordt tijd dat we ons ook bewust worden van het nadelige effect van de consumptie van tv en digitale media op hun mentale toestand.

 

U haalt de wetenschappelijke resultaten u in uw boek vaak uit algemenere onderzoeken die zijdelings de impact van digitale media bestuderen. Zijn er eigenlijk wel studies die zwart op wit bewijzen dat digitale media niet deugen? Er is toch geen onderzoek voorhanden dat de effecten van tien of twintig jaar Facebooken op het sociaal brein in kaart brengt?

Spitzer: Zo’n langdurig Facebookonderzoek hebben we toch niet nodig? Er is voldoende bewijs van de effecten uit psychologisch, neurobiologisch én epidemiologisch onderzoek naar beeldmedia.

 

Wat moeten we dan doen? Onze politici onder druk zetten om digitale media aan banden te leggen?

Spitzer: Onze politici worden beïnvloed door de media. Ze weten dat ze hun mond moeten houden en dat ze anders een zware prijs zullen betalen. Er bestaat niet voor niets een verderfelijke alliantie tussen politici en de media. We moeten onze politici rechtsreeks durven aanspreken en hen smeken: ‘Onderneem iets in het belang van onze kinderen en niet in het belang van de media-industrie.’

 

U hebt zelf kinderen?

Spitzer: Zes, ja. We hebben de tv buiten gegooid toen ze nog klein waren. We hadden één supertrage computer in de meest trieste kamer van het huis staan. Ze zochten daar af en toe iets op en verstuurden er soms een mail, maar spelletjes werden er niet op gespeeld. Ik had mijn jongens op voorhand gewaarschuwd: ‘Als ik hier ook maar één spel zie, vliegt de computer eruit.’ Af en toe betrapte ik hen, en dan herinnerde ik hen aan mijn dreigement, waarna ze weer een tijd clean door het leven gingen. Dat was tien jaar geleden; toen was het natuurlijk makkelijker om het computergebruik van kinderen te controleren. Er waren nog geen tablets en smartphones en het internet was traag. Het is nu lastiger, maar ouders moeten streng leren zijn en het computergebruik strikt beperken. Elk uur boven een boek is goed, elk uur voor een scherm is slecht.

 

Manfred Spitzer, Digitale dementie, Atlas contact, 288 blz., 21,95 euro

 

© Jan Stevens

Vergelijkbare berichten