“Wie zoekt naar geluk, vindt als eerste zijn ongeluk”

Op de radio een reeks over geluk, in de boekhandel stapels dikke geluksboeken en aan tafel de Belgische geluksambassadeur Leo Bormans en de Nederlandse filosoof Coen Simon die kibbelen over geluk. Simon: “Waarom moeten gewone mensen weten hoe ze gelukkig kunnen worden? Wapens zijn ook beschikbaar en die deel je toch ook niet uit?” Bormans: “Geluksonderzoek is iets helemaal anders.” Simon: “Wat is het verschil? Door het geluk aan gewone mensen te openbaren, maak je ze misschien net ongelukkig.”

 

Eind februari schreef Leo Bormans televisiegeschiedenis door de CANVAS-talkshow Reyers Laat twee minuten lang in absolute stilte onder te dompelen. “We tateren en kwetteren te veel”, zei hij tegen presentator Lieven Van Gils. “Laten we spraakmakende televisie maken door twee minuten te zwijgen.” Waarna gasten en gastheer elkaar 120 seconden lang sprakeloos en onwennig zaten aan te staren. Leo Bormans zat in Reyers Laat in zijn hoedanigheid van ‘geluksambassadeur’ die wereldwijd lezingen geeft over geluk, en als auteur van de internationale bestseller The World Book of Happiness, waarin hij honderd professoren in de positieve psychologie van overal ter wereld ondervraagt over hun kennis over geluk. “Iedere mens is op zoek naar geluk”, zegt hij. “Vraag aan om het even wie op om het even welke plaats ter wereld: ‘Waarom doe je de dingen die je doet?’ Het antwoord is bijna altijd: ‘Ik wil gelukkig zijn’, of: ‘Ik wil dat mijn kinderen gelukkig zijn.’ De drijfveer van mensen is geluk. In The World Book of Happiness inventariseer ik al het onderzoek en alle kennis over geluk. Toen ik aan het boek begon, was ik me er zelfs niet van bewust dat wereldwijd 3.000 professoren het geluk bestuderen. Aan honderd van hen heb ik gevraagd om hun onderzoek in duizend woorden samen te vatten. Op het internet kun je al die studies vinden, maar het viel me op dat de meeste mensen er nog nooit van gehoord hadden. Ik merkte dat er een immense kloof gaapte tussen Oxford Street en Main Street: de wetenschappelijke kennis over geluk was niet doorgedrongen tot de gewone mensen. Met mijn boek probeer ik die kloof te overbruggen.”

Half april verschijnt Leo Bormans’ nieuwe boek The World Book of Love, waarin hij naar analogie met zijn geluksboek, samen met psychologen, sociologen en antropologen op zoek gaat naar wat liefde is.

De Liefde, zo heet ook het café in het Amsterdamse Bilderdijkpark waar Bormans de degens over het thema geluk kruist met de Nederlandse filosoof Coen Simon. Simon is de auteur van Wachten op geluk, waarin hij stelt dat verlangen naar geluk zinvoller is dan geluk zelf, en hij schreef Schuldgevoel, het pas verschenen essay van de Nederlandse Maand van de Filosofie. Simon is ook een notoir criticus van sociale wetenschappers die kicken op onderzoek dat het menselijke geluk meet. Zo heeft hij een bloedhekel aan het experimenteel wetenschappelijk onderzoek naar geluk van de Rotterdamse hoogleraar sociologie Ruut Veenhoven, alias ‘de geluksprofessor’. Dat treft, want in Leo Bormans’ The World Book of Happiness, is Veenhoven juist één van de geconsulteerde professoren. “Ik zat ooit met Ruut Veenhoven in debat op de jaarlijkse Nacht van de Filosofie hier in Amsterdam”, zegt Coen Simon. “Ik vroeg hem hoe hij op wetenschappelijke wijze het geluk van andere mensen kon meten. ‘Ik vraag het hen gewoon’, antwoordde hij. De mensen in de zaal vonden dat heel grappig. Dat leek dus op een 1-0 voor de geluksprofessor. Maar toen ik begon door te vragen, bleek dat hij helemaal niet aan mensen vroeg of ze gelukkig waren. Hij peilde naar allerlei andere dingen en vermeed zelfs het woord ‘geluk’. Hij stelde vragen als: ‘Hoe geslaagd beschouw je je leven?’ en leidde daar zijn eigen geluksconstructie uit af.”

Leo Bormans: Dat klopt, Veenhovens meest gestelde vraag in zijn onderzoeken, luidt: ‘Ben je in het algemeen tevreden met het leven dat je leidt?’

Coen Simon: Precies. In plaats van naar geluk, peilt Veenhoven dus naar tevredenheid.

 

Verschillen tevredenheid en geluk dan zo erg van elkaar?

Bormans: Niet helemaal. Professoren als Ruut Veenhoven definiëren geluk als een vorm van actieve tevredenheid: kan ik me doelen stellen om mijn leven of dat van anderen te verbeteren? Religies maakten ons vroeger wijs: “Wees maar kalm, je moet tevreden zijn met wat je hebt.” Maar geluk is meer dan passief tevreden zijn met het leven dat je leidt.

 

Is geluk louter een filosofisch concept of is het een van onze primaire gevoelens?

Simon: Geluk definiëren vind ik heel moeilijk. Veel situaties in je leven associeer je met gevoelens van geluk zonder dat de gebeurtenissen of plekken die eraan vasthangen met elkaar te vergelijken zijn. Ik ben bijvoorbeeld al eens heel erg gelukkig geweest op deze plaats hier, toen dit café er nog niet was en er in dit park een buurthuis stond. Ik was student in Amsterdam en mocht hier met een bandje spelen. Dat was een fantastische ervaring: toen voelde ik me gelukkig.

De mens zit vol uiteenlopende, tegenstrijdige hartstochten en op momenten dat we ons vervelen steken al die verlangens de kop op. Als je kinderen zich vervelen, mag je gerust een hele lijst opsommen met: “Wil je dit? Wil je dat? Wil je zus? Wil je zo?” Alleen zal die lijst hen nooit voldoening schenken, omdat het verlangen van een mens die zich verveelt, onbepaald is. Om gelukkig te zijn, is het essentieel dat je een spel kan spelen waarin je verlangens een bepaalde vorm krijgen. Die spellen kunnen zowel letterlijk als figuurlijk zijn, maar het spelen zelf is belangrijk. In heel ons bestaan zijn er allerlei vormen van spel die een zekere vorm geven aan ons leven. Muziek, voetbal of biljart horen daar ook bij.

Bormans: Jouw spel is eigenlijk hetzelfde als wat Ruut Veenhoven bedoelt met actie, met iets willen doen om gelukkig te worden.

Simon: Nee, mijn spel is een zelf opgelegde structuur die we volgen. Je kunt het vergelijken met samen muziek spelen: het maakt niet uit wanneer je start of hoe je start, maar op het moment dat er een maat is, volg je die. Zo zitten mensen nu eenmaal in elkaar en dat is ook de manier waarop ze proberen gelukkig te worden.

 

Het Vlaamse Christelijke ziekenfonds CM, meet sinds een paar jaar het geluk onder haar leden. In 2012 noemde 46% van de aangeslotenen zich gelukkig, twee jaar eerder was dat nog 59%. Waarom onderzoeken en meten we zo graag ons eigen geluk?

Simon: Ik heb het heel moeilijk met al dat sociaal-wetenschappelijk onderzoek naar geluk. Je kunt gewoon niet meten hoe gelukkig we zijn. Het grote probleem is dat de inhoud van het begrip ‘geluk’ langzamerhand bepaald wordt door al die onderzoeken naar geluk. Door geluk te onderzoeken en mensen te vragen hoe gelukkig ze zijn, ga je als onderzoeker zelf sturen en geef je op voorhand een deel van het antwoord.

Bormans: Mensen worden niet door die onderzoeken gestuurd, maar door het economische denken: door wat de reclame en de media ons proberen wijs te maken over hoe we gelukkig kunnen worden.

Simon: Ons geluksbeeld wordt niet alleen door de reclame bepaald, maar ook door sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Wat is er trouwens mis met een verlangen dat ontstaat uit marketing?

Bormans: Dat is toch heel erg fout? Een tijd geleden hoorde ik een ouder vertellen: “Mijn kinderen mogen voor Sinterklaas alles vragen wat ze willen. Ze krijgen de folder van de speelgoedwinkel en daar mogen ze uit kiezen wat hun hart verlangt.” Rond dezelfde tijd zag ik op tv een reportage waarin aan kinderen gevraagd werd: “Wat wil je het liefst?” Hun antwoorden waren ontnuchterend. “Dat mijn papa verstoppertje met mij speelt”, en: “Met ons gezin blootsvoets over het strand lopen”, of: “Een boomhut bouwen.” Die opties vind je niet in een speelgoedfolder. Ik geloof niet in het “Wat wil je het liefst?’-geluk dat ons wordt opgelegd door puur economisch denken en door de reclame, met de bedoeling om ons alleen nog consumerend door het leven te laten stappen.

Simon: Ik vind het bizar dat je zo tegen dat ‘economisch denken’ fulmineert, want de economie is gefundeerd op hetzelfde sociaal-wetenschappelijk onderzoek waar jij bij jouw bepaling van geluk zo hoog mee oploopt.

Bormans: Jouw ‘verlangen’ heeft vooral met verlangen naar een ander, of naar een ander object of een andere situatie te maken, terwijl geluk eigenlijk een manier van zijn is. In de liefde gaat het ook niet over ‘I love you’, maar ‘I love’. Als je in staat bent om je ouders, je kinderen, de natuur, je hond lief te hebben, zit je in het stadium ‘I love’. ‘I love you’, van één welbepaalde mens houden, is pas mogelijk als de basisvoorwaarde ‘I love’ vervuld is. Ik heb de indruk dat in het Oosten de nadruk ligt op ‘I love’, terwijl het in het Westen vooral gaat over ‘I love you’, de Hollywoodversie van de liefde. Dezelfde verschillen zijn er in onze benadering van geluk: de Westerse visie op geluk is meer gericht op het individu en de Oosterse op het ‘wij’. Een Chinese psychiater vertelde me: “Als ik aan mijn patiënten vraag: ‘Bent u gelukkig?’, kunnen ze daar niet eens antwoord op geven. Maar als ik vraag: ‘Is uw familie gelukkig?’, praten ze daar een uur over.” Vraag aan een Amerikaan of hij gelukkig is en hij zal je een uur lang over zijn individuele geluk onderhouden. Vraag hem of zijn familieleden gelukkig zijn, en hij zal ze niet eens weten wonen.

 

In de wilde jaren zestig en zeventig was geluk vooral het hedonistisch nastreven van genot. Hebben we daar voorgoed afscheid van genomen?

Bormans: Geluksonderzoek leert ons dat geluk niets met genot te maken heeft. Vroeger associeerden we geluk inderdaad met sex and drugs and rock ‘n roll. Coca-Cola gebruikte niet voor niets de slogan ‘Enjoy Coca-Cola’: ze gingen ervan uit dat genot onze drijfveer was. Nieuw onderzoek door de psychologen van Coca-Cola zelf bracht aan het licht dat mensen niet naar genot zoeken, maar naar ‘hope and happiness’. Dus heeft Coca-Cola wereldwijd haar slogan veranderd in ‘Open Happiness’. Zo maken ze je wijs dat je in plaats van een flesje ongezond, een flesje ‘happiness’ opent. Geluk gaat niet over hedonisme, maar over hoe tevreden iemand met zijn leven is.

 

Wat is er eigenlijk mis met ontevredenheid?

Bormans: Niks. (lacht) Niemand verplicht je om gelukkig te zijn, want dan word je pas erg ongelukkig. Met die overvloed aan boeken over geluk zou je nog gaan denken dat je per se gelukkig moét zijn. Dat is niet zo. Ik kan je niet verplichten tot gelukkig zijn, maar dankzij het geluksonderzoek ken ik wel een aantal zaken die kunnen bijdragen tot je geluk.

Simon: Je stelt dat geluksonderzoek nu wel heel vrijblijvend voor, terwijl het dat niet is. Van zodra je wetenschappelijk onderzoek voert naar geluk, mensen voorhoudt hoe ze gelukkig kunnen worden en geluk koppelt aan het beeld van ‘de gezonde mens’, zullen mensen die niet aan dat beeld voldoen zich op een of andere manier verplicht voelen om volgens bepaalde voorschriften te gaan leven. Weet je wat je bewerkstelligt met je geluksonderzoek? Dat je door te vragen of ze gelukkig zijn, mensen bewust laat worden van hun ongeluk. Zou het niet veel verstandiger zijn om alleen die mensen te helpen die een pleister komen vragen om het bloeden te stoppen? Ik vermoed dat we op die manier de wereld veel gelukkiger kunnen maken, in plaats van aan iedereen met wie niets aan de hand is, te vragen: “Is er misschien iets aan de hand met u?” Mijn oude huisarts zei al: “Als we zoeken, meneer, vinden we altijd iets.” We moeten juist niets zoeken. Want als je zoekt naar geluk, vind je als eerste je ongeluk.

 

In Toen wisten we alles schrijft Coen Simon over “het geluk dat uit ‘gelukken’ voortkomt – het gelukzalige gevoel dat hoort bij het behalen van een doel.” Is dat niet de simpele essentie van huis- tuin- en keukengeluk?

Bormans: Voor sommige mensen zal dat bereiken van doelen een gelukservaring opleveren, terwijl anderen dan misschien weer genoeg zullen hebben aan mediteren, aan het loskomen van de werkelijkheid. Er zijn mensen die heel gelukkig zijn als ze mediteren, als ze bewust in het hier en nu staan.

Simon: Mensen die ‘loskomen van de werkelijkheid’, doen dat in deze wereld, in deze werkelijkheid. Zij hebben altijd publiek. Ook de kluizenaar die zich van de wereld terugtrekt, is kluizenaar bij gratie van de rest, misschien nog meer dan degene die opgaat in de massa. Ik zie veel meer heil in dat idee van het geluk uit ‘gelukken’. Daarom vind ik dat ons geluk in het spelen ligt. Als we naar een voetbalmatch kijken, interpreteren we vaak winst als doel van het spel, terwijl winst er alleen een noodzakelijk onderdeel van is. Je moet kunnen en willen winnen, anders kun je geen spel spelen, maar de overwinning kan nooit het doel zijn. Het doel is altijd het spel zelf, en niet de winst. Als het wel de winst zou zijn, zou niemand op zaterdag of zondag nog gaan sjotten om na de match aan te sluiten bij de grote rij verliezers. Want in een spel zijn er altijd meer verliezers dan winnaars.

 

Bij geluk is het verlangen ernaar, belangrijker dan het uiteindelijke doel, het geluk?

Bormans: Nee. Een kind dat met de blokken speelt en een toren bouwt, is gelukkig. Dat bouwen van die toren zelf is nochtans zinloos, want het kind breekt hem af en begint aan iets anders. Het spel maakt dat kind gelukkig omdat het intern gemotiveerd is. Als je werk je roeping is, en je vertrekt niet elke ochtend naar kantoor omdat het moet, maar omdat je het zelf wil, ben je een gelukkig mens, want je bent intern gemotiveerd. Maar je kan niemand verplichten tot interne motivatie. Er zijn drie parameters die ertoe kunnen bijdragen dat mensen hun eigen leven in handen nemen en zo hun geluk vergroten: autonomie, competentie en connection. Autonomie wil zeggen dat mensen zelfstandig kunnen beslissen over wanneer ze beginnen werken, bijvoorbeeld. Of over welke doelstellingen ze willen nastreven. Competentie is: de juiste man op de juiste plaats. Veel mensen hebben het gevoel dat op het werk hun competenties niet juist worden ingeschat. En het derde is connection: we worden gelukkig door verbonden te zijn met een groter geheel, met andere mensen.

 

Volgens Jean-Paul Sartre waren de anderen juist de hel.

Bormans: Ik geloof niet in ‘L’ enfer, c’ est les autres’. Integendeel, ‘L’ enfer, c’ est l’ abscence des autres’.

 

Hebben veel mensen het niet heel moeilijk met autonomie? Mensen die op het werk liever zelf niet beslissen, maar zich beter in hun vel voelen als ze het voor hen keurig uitgestippelde pad kunnen volgen? En zijn echt zoveel mensen in staat om hun competenties juist in te schatten?

Simon: Dat is een terechte opmerking. Als ik naar mezelf kijk, kan ik niet anders dan vaststellen dat ik af en toe naar gezag verlang. Natuurlijk zijn er mensen die daar lak aan hebben en zich veel beter in hun vel voelen als ze hun lot zoveel mogelijk in eigen handen kunnen nemen. Maar we zijn niet allemaal ‘onze eigen schepper’. Het allergrootste probleem vind ik dat al die geluksonderzoekers het ongewisse van de wereld gewoon negeren. De wereld bepaalt minstens voor de helft ons lot. Je kunt jezelf niet identificeren zonder de wereld. Als het geluksonderzoek je dan aanpraat dat de omstandigheden waarin je beland bent, je ongelukkig maken, zal je je misschien ook zo gaan voelen. Terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn.

 

De Duitse filosoof Peter Bieri praat nooit over geluk. Hij zegt: “Er bestaat een gigantische geluksindustrie, en toch blijft geluk een zeer oppervlakkig concept. Het leven draait niet om geluk maar om wat belangrijk is, om wat er echt toe doet. De dingen die belangrijk zijn in een leven, dragen niet noodzakelijkerwijze bij aan het geluk. Pijn kan belangrijk zijn, net als teleurstelling. Die ervaringen maken het leven dieper, rijker en interessanter.”

Bormans: We hebben allemaal recht op verdriet en pijn. Ik ben geen geluksprediker, hé. Ik rij niet met mijn auto vol ballonnen door het land en ik sta ook niet met pluimen in mijn gat op tafel te dansen. Natuurlijk hebben we recht op onze pijn en ons verdriet. Maar dat belet niet dat wij ook kunnen proberen om, ondanks alles, toch gelukkig te zijn. Ik geloof helemaal niet in dat liedje: ‘Don’t worry, be happy.’ Ik heb buttons laten maken waarop staat: ‘Do worry, be happy.’ Trek het je aan, want er gaat veel fout in de samenleving, maar dat mag ons niet beletten om gelukkig te zijn. Zeg ik daarmee dat je gelukkig moét zijn? Helemaal niet, maar we kunnen wel met z’n allen nadenken hoe we zelf gelukkig kunnen worden, en hoe we kunnen werken aan het geluk van anderen.

Simon: Toch beweer jij dat je weet hoe wij gelukkig kunnen worden. Je neemt nog net het woord ‘geluksformule’ niet in de mond.

Bormans: Nee, die ene weg naar geluk bestaat niet. Er zijn altijd veel meer mogelijkheden. Ik geloof in ‘possibilisme’, wat iets totaal anders is dan optimisme. Possibilisme wil zeggen dat er veel meer mogelijkheden zijn dan degene die de reclame, de politiek of het gangbare denken ons voorhouden. Kijk na hoeveel methoden er zijn, verken ze, en maak dan een keuze die voor jou geschikt is. Possibilisme is een combinatie van geloof en gedrag: geloof eerst dat er meer mogelijkheden zijn en gedraag je daarnaar. Ik heb chirurgen horen zeggen: “Als een zwaar zieke patiënt ‘Ik ga dood’ jammert voor een operatie, is de kans groot dat hij de ingreep niet overleeft. Als hij daarentegen zegt: ‘Ik wil leven’, is zijn kans op overleven veel groter.” Mensen die in een goede afloop geloven, gedragen zich ook zo, en gaan dus een gelukkiger leven tegemoet.

 

U verplicht ons niet om gelukkig te worden?

Bormans: Absoluut niet. Maar als je beslist om ongelukkig te zijn, is dat maar voor een deel jouw keuze. Veel wordt bepaald door je genen en door de maatschappij waarin je leeft. Denk je dat drugverslaafden bewust ongelukkig willen zijn? Die streven ook naar het geluk, alleen zoeken ze het in de verkeerde middelen. Het gaat me echt niet over happiness voor de happy few. Het enige wat ik wil, is die brug slaan tussen Oxford Street en Main Street.

Simon: Waarom moet Main Street eigenlijk weten hoe ze gelukkig kan worden? Wapens zijn ook beschikbaar en die deel je toch ook niet uit?

Bormans: Ik vind geluksonderzoek iets helemaal anders dan wapens.

Simon: Wat is het verschil? Door het geluk aan Main Street te openbaren, maak je al die gewone mensen misschien juist ongelukkig, want dan zullen ze denken: “Oei, wat is er mis met mij?”

Bormans: Ik heb op lezingen duizenden mensen ontmoet, en ik heb niemand ongelukkig zien buitenstappen. Integendeel.

 

Kunnen mensen zichzelf geluk wijsmaken: dat ze denken dat ze gelukkig zijn, terwijl ze in werkelijkheid ongelukkig zijn?

Simon: Dat gaat niet, nee. Een vast onderdeel van geluk is natuurlijk dat je denkt dat je gelukkig bent.

Bormans: Daar ben ik het mee eens. Ik kan me wel inbeelden dat sommige mensen ongelukkig worden doordat ze te veel nadenken over hoe ze gelukkig zouden willen worden. Net zoals sommige mensen de liefde niet willen ontmaskeren en een mysterie willen laten zijn. Fijn, maar dan moeten ze vooral de onderzoekskennis in mijn boeken niet lezen.

Simon: Ach, mensen mogen dat gerust lezen, want het mystieke blijft altijd bestaan. Ik zal jouw nieuwe boek over liefde overigens graag lezen, hoor. Vooral om er dan achteraf heel hard op te kunnen afgeven. (algemene hilariteit)

 

 

 

Leo Bormans

Geboren in 1954.

Studeerde Germaanse filologie.

Gaf in de jaren zeventig en tachtig les.

Werkte in de jaren tachtig en negentig als freelancer voor Het Nieuwsblad en vtm.

1990: stampt het onderwijstijdschrift Klasse uit de grond en wordt er hoofdredacteur van.

2008: publiceert het jeugdboek Alle dagen feest dat genomineerd wordt voor de Boekenleeuw.

2010: publiceert The World Book of Happiness in het Engels, Nederlands, Frans en Duits.

2012: verlaat Klasse en gaat lezingen geven als ‘internationaal geluksambassadeur’.

2013: publiceert The World Book of Love.

 

 

Coen Simon

Geboren in 1972.

Studeerde wijsbegeerte.

Publiceerde in kranten en tijdschriften en was redacteur bij Filosofie Magazine.

2003: debuteert met De wereld tussen haakjes, een verzameling filosofische beschouwingen.

2005 – 2006: hoofdredacteur van Bres, ‘tijdschrift voor wetenschap en verwondering’.

2006: Kijk de mens, filosofische etiquette.

2007: Lachen om niets.

2009: Waarom we onszelf zoeken maar niet vinden.

2010: Zo begint iedere ziener.

2011: publiceert En toen wisten we alles, waarmee hij in 2012 de Socrates Wisselbeker wint voor ‘het meest prikkelende filosofieboek’.

2012: Wachten op geluk.

2013: schrijft met Schuldgevoel het essay voor de Maand van de Filosofie.

 

 

 

© Jan Stevens

Vergelijkbare berichten