De man van 400 miljoen

Het persoonlijke fortuin van de Britse zakenman Peter Wilkinson bedraagt 400 miljoen euro. “Eerlijk verdiend door het ene bedrijf na het andere uit de grond te stampen.” Toch houdt Wilkinson er niet van om een serieel ondernemer genoemd te worden. “Dat lijkt iets teveel op ‘serial killer’.”

Ondernemen zit Peter Wilkinson (53) in het bloed. Als student zette hij al op de middelbare school een succesvolle frietbusiness op. “Ik zat op een internaat, waar het eten afgrijselijk was, dus begon ik frieten te bakken. Mijn medestudenten vonden ze lekker, en na een tijd baatte ik een enorme frietenonderneming uit met ‘personeel’ dat over de hele school bestellingen afleverde. Er stonden continu zes frietpotten te bakken. Ik verdiende flink wat geld.” Tot de directie zijn handeltje sloot. “Ze vonden dat het te hard stonk.” De frietzaak markeerde het begin van Peter Wilkinsons serieel ondernemerschap. Sindsdien startte, kocht en verkocht hij verschillende ondernemingen. Anno 2008 is hij vooral ceo van het internetservicebedrijf InTechnology. Zijn grootste angst is dat hij ooit zal moeten stoppen. “Ik wil niet met pensioen. Ik val liever gewoon dood. Het leven van gepensioneerden is toch gewoon voorbij?”

An ordinary bloke
Het hoofdkwartier van InTechnology ligt in het noorden van Engeland, in het rustige provinciestadje Harrogate, dertig kilometer boven Leeds. Ceo Peter Wilkinson prijkt op de 277e plaats van de Sunday Times Rich List – de lijst van duizend rijkste Britten. Hij schat zijn eigen fortuin op een kleine 400 miljoen euro. Toch ziet hij er heel gewoon uit in zijn doordeweekse hemd en jeans. Hij rookt geen sigaren, maar rolt zijn proletarische sigaretjes zelf. “Zie ik eruit als een rijke stinkerd?”, vraagt hij, terwijl hij zijn armen naar voor steekt. “Ik draag geen juwelen, en kan me zelfs geen horloge veroorloven. Ik ben een heel stille jongen en schuw de publiciteit. Ik doe normaal geen interviews zoals dit. Ik vind mezelf niet erg slim of zo. Ik heb gewoon hard gewerkt en een beetje geluk gehad. Veel mensen die wat geld verdienen, denken dat ze genieën zijn. De stumperds. Ik ben ‘an ordinary bloke’ en al millennia lang getrouwd met dezelfde vrouw. Dat komt omdat ik alleen maar tijd heb om te werken.”

Wilkinson begon zijn carrière in 1974 als programmeur bij de Leedse computerfirma Systime. “Ik had nog nooit een computer van dichtbij gezien”, grinnikt hij. “Na een mislukte schoolcarrière raakte ik via mijn vader bij Systime binnen. Ik vond de school oervervelend; ik hield meer van cricket. Na het middelbaar zat ik twee jaar op een polytechnisch instituut, een soort van universiteit voor dommeriken, waar ik me specialiseerde in meisjes, drugs en drinken. Na jaren op een internaat kreeg ik plots al die vrijheid… Het was fantastisch!”

Bij Systime raakte Wilkinson helemaal in de ban van computers. “Het programmeerwerk was verslavend. Ik werkte keihard, omdat ik een gekke kleine ambitie wou waarmaken: op mijn 25e wou ik een Ferrari bezitten. Ik ben er bijna in geslaagd, want ik heb mijn eerste Ferrari gekocht toen ik 26 was.”

Op zijn 26e schopte hij het ook tot internationaal directeur. “Systime was de tweede grootste computerfirma in Groot-Brittannië. Maar toen kwam er een nieuwe, gierige eigenaar en ik dacht: ‘Dit is belachelijk; ik kan meer geld verdienen als ik mijn eigen zaak uit de grond stamp.'”

Creatief met het internet
Peter Wilkinsons eerste bedrijfje heette STORM. “Ik runde het vanuit een klein kantoortje, en deed toen al wat InTechnology nu doet: het opslaan van data en computerbestanden van overheidsadministraties en bedrijven. Een paar jaar later richtte ik mijn tweede bedrijf op, Vdata, dat zich specialiseerde in beveiliging van computerdata. InTechnology is in 2000 ontstaan uit de fusie van STORM en Vdata. We stockeren op onze servers ongeveer 3 petabyte aan data. Eén petabyte komt overeen met een toren van 2 kilometer hoog gestapelde cd-romschijfjes.”

Wilkinson is een van de weinige Britse ondernemers die de dotcomhype met glans overleefde door op een slimme manier bedrijven op te starten en weer te verkopen. Zo begon hij in 1995 met de internetprovider Planet Online. “Drie jaar later verkocht ik die onderneming voor 115 miljoen euro aan elektriciteitsgigant Energis. Van bij de start-up van Planet dacht ik: ‘Er moet toch ook geld te verdienen zijn aan inhoud, en niet alleen aan het aanbieden van verbindingen?'”

Op een mooie dag in 1997 kreeg Wilkinson het lumineuze idee om geld te slaan uit de websites van voetbalclubs. Hij richtte Planetfootball op, bezocht alle grote clubs, en bood hen aan om hun websites gratis te beheren. “Ze waren blij dat ze ervan af waren, en ik had de alleenheerschappij over hun sites. Ik kocht een wedkantoor, waardoor ik knowhow over gokken op voetbalwedstrijden in handen kreeg, en legde op de voetbalsites links naar het wedkantoor. De Britten zijn dol op voetbal en wedden. Ik haat wedden. Op mijn zeventiende liet mijn grootmoeder me 2400 euro na. Ik heb het in een jaar vergokt. Die ervaring heeft me voorgoed genezen, en sindsdien heb ik nooit meer gewed. Planetfootball leverde me bakken geld op. Later transformeerde ik het bedrijf tot de Sports Internet Group en verkocht ik de hele handel aan de mediagroep Sky voor 400 miljoen euro.”

Na de verkoop van Planet Online richtte Wilkinson samen met de winkelketen Dixons Freeserve op, de allereerste gratis internetprovider. “Wie een pc bij Dixons kocht, kreeg er Freeserve gratis bovenop. Het was mijn idee om mensen een gratis internetverbinding aan te bieden. Want tien pond per maand voor internet was in die tijd veel geld voor gewone mensen. Door handig gebruik te maken van de toen gangbare telefoontarieven kon ik Freeserve gratis maken. Ik kreeg van Dixons een kleine commissie voor elke minuut die een klant op het Freeservenetwerk surfte. Allemaal samen surften de klanten talloos veel miljoenen minuten. Het hele Freeserve-avontuur heeft me dan ook een flinke stuiver opgeleverd.”

In 2002 ging Wilkinson op zoek naar een prooi buiten het internet, en kocht hij een voetbalploeg. “Een vriend werkte bij Leeds United, en ik had hem beloofd dat we ooit samen een voetbalclub zouden kopen. Toen Hull City in vereffening ging, begon hij me de oren van het hoofd te zeuren: ‘Het is het moment om die club te kopen, alsjeblieft Peter.’ Ik ben uiteindelijk overstag gegaan. We hebben Hull City in drie seizoenen van League Two naar League One tot in de Championship gebracht. Vorig jaar ben ik opnieuw langs de kassa gepasseerd, en heb ik Hull City verkocht voor 15 miljoen euro.”

Flop
Niet alle ondernemingen van Peter Wilkinson groeiden uit tot een succes. In 2001 richtte hij DITG op, een bedrijfje waarmee hij op de kar van interactieve digitale tv wou springen. “Het werd een ramp. De Sky-abonnees hadden op de afstandsbediening van hun tv een rode knop waarmee ze interactief konden gaan, om spelletjes te spelen. Sky is erg groot in het Verenigd Koninkrijk. Ze bereiken bijna 30 miljoen mensen. Met DITG zag ik kans om de Sky-kijkers af te leiden naar mijn wedkantoor. DITG mislukte, want niemand gebruikte de rode knop. Ik heb het bedrijf in 2004 voor een habbekrats verkocht. Ik was blij dat ik er vanaf was.”

Wilkinsons tweede grote flop was zijn investering in The Gadget Shop, een keten van geschenkwinkels. “De stichter Jon Elvidge is een vriend van me, en hij vroeg me om te participeren. Door mijn financiële inbreng groeide de keten pijlsnel van 40 tot 80 winkels. De kerels die de dagelijkse leiding hadden, maakten er een zootje van, waardoor de business naar de haaien dreigde te gaan. Ze hebben moedwillig een aantal kansen op redding laten liggen. Ik heb samen met Jon een van die gasten voor de rechter gedaagd, en geloof het of niet, we hebben onze rechtszaak vorig jaar grandioos verloren. Ik zal nooit begrijpen waarom, maar het heeft geen enkele zin om daarover te blijven piekeren, want het leven gaat door. Ik heb ondertussen voor Jon Elvidge de nieuwe geschenkenwinkelketen RED5 opgestart. Door die rechtszaak is Jon alles kwijt: zijn zaak, zijn geld, zijn huis, maar ook zijn lief en zijn kinderen lieten hem in de steek. Ik zorg nu voor hem.”

Bloody London
Waarom neemt serieel ondernemer Peter Wilkinson telkens weer risico’s? “Als jongen dacht ik dat mijn vader een miljonair was, maar in werkelijkheid is hij dat nooit geweest. Rond mijn negentiende besefte ik dat hij niets had. Mijn vader werkte als een kleine aannemer. Hij was een lieve man, maar leefde in een illusie. Toen ik 22 was, had hij geen werk en geen geld meer. Van dan af moest ik voor hem zorgen. Ik wilde niet eindigen zoals hij. Natuurlijk heb ik veel risico’s genomen. Toen ik in 1983 startte, was alles eigendom van de bank. In het begin kon ik de salarissen niet betalen, want we haalden niet genoeg omzet. Ik liep het risico om alles te verliezen. Maar ik was jong, en een beetje gek. Nu ben ik veel voorzichtiger, en heb ik een diep respect voor geld. Want het is lastig om het te verdienen, en als je niet oppast, raak je het gemakkelijk weer kwijt.”

Peter Wilkinson heeft al zijn ondernemingen altijd geleid vanuit Harrogate in het graafschap Yorkshire. Heeft hij er nooit aan gedacht om zijn hele handel naar Londen, het centrum van de economische en politieke macht, te verhuizen? “Ik haat bloody Londen”, lacht hij schamper. “De mensen uit het Zuiden beschouwen ons als dom. Ze denken dat de Noorderlingen nog de hele dag diep in de mijnen kolen zitten op te graven. Ik ben een diehard Yorkshireman. Ik hou niet van de Londense City. Ik heb InTechnology niet voor niets net van de beurs gehaald. In de City draait alles rond geld, en is moraliteit ver te zoeken. Zoveel mogelijk geld uit geld proberen halen, interesseert me niet. Waarom? Omdat we toch om zeep gaan. We have fucked the world. Ik lig echt wakker van de opwarming van de aarde. Het broeikaseffect is een gevolg van materialisme en kapitalisme. Er is slechts één god over in deze wereld, en die god heet geld.”

Zegt de man van 400 miljoen euro. Peter Wilkinson knikt. “Je hebt gelijk. Maar toch lig ik wakker van de wereldproblemen. De oceanen warmen op, de polen smelten. Hoe zal dat eindigen?”

Is het omwille van de opwarming van de aarde dat Wilkinson zijn verzameling Ferrari’s verkocht heeft? “Nee, omdat ik er te oud voor werd. Ik reed met Ferrari’s rond van mijn 26e tot mijn vijftigste. Toen schaamden mijn zonen zich om erin mee te rijden. ‘We gaan toch weer niet in die lelijke dingen rondkarren, pa?’ Dus heb ik mijn Ferrari’s verkocht. Nu rij ik gewoon in een Mercedes. Een S600. Die rijdt bijna even snel.”

Zelfs in zijn vrije tijd is Wilkinson ondernemer. “Ik bezit een enorm jacht van 50 meter lang; met permanent 14 voltijdse bemanningsleden aan boord. Ik geloof dat je alles uit het leven moet halen wat erin zit, en dat je er ten volle moet van genieten, dus ga ik vijf keer per jaar met de boot varen. Ik lig dan geen week op mijn rug op het dek, maar ik bezoek plaatsen waar niemand heen gaat: Montenegro, of Stromboli. Degenen die de boot huren, gaan meestal twee weken in de haven van Saint Tropez liggen. Ik vraag me af waarom ze al die moeite doen, maar ik ben blij met hun geld. Het jacht huren, kost 210.000 euro per week. Eten en brandstof niet inbegrepen. Ik ben ook nog eigenaar van twee restaurants en heb een landgoed van 6500 hectare, waar 50 mensen werken. Wie op mijn landgoed wil komen jagen, betaalt 20.000 euro per dag. Ik jaag zelf nooit. Ik vind het niet erg om af en toe een mens pijn te doen, maar ik zou nooit een beest kunnen afknallen.”

 

© jan@janstevens.be

Vergelijkbare berichten