De oorlog om zwaar water

Adolf Hitler en zijn entourage droomden van een nucleaire bom waarmee ze de oorlog moeiteloos konden winnen. De sleutel tot die wonderbom lag in een waterstoffabriek in het Noorse bergplaatsje Vemork. Doorheen heel WO II trachtten de geallieerden die plannen te verhinderen. The heavy water war, de meest succesvolle Noorse tv-serie ooit, brengt die bewogen geschiedenis terug tot leven.

waterkrachtcentrale (2)

De nacht van 27 op 28 februari 1943.

In het Noorse plaatsje Vemork vriest het stenen uit de grond. Meters sneeuw bedekken de steile hellingen. Op de 75 meter lange robuuste smeedijzeren hangbrug naar de waterkrachtcentrale en de aanpalende waterstoffabriek van Norsk Hydro patrouilleren zwaarbewapende SS’ers. De waterkrachtcentrale is de grootste ter wereld. Ze wordt aangedreven door de 104 meter hoge waterval Rjukanfossen en zorgt voor elektriciteit voor de waterstof- en kunstmestfabrieken van Norsk Hydro in Vemork en in Rjukan, een industriestadje verderop in de vallei. De helling rond de waterkrachtcentrale en de fabriek ligt bezaaid met mijnen. Alleen de spoorweg naar Rjukan is mijnenvrij, want langs hier worden niet alleen containers waterstof, maar ook vaten met het magische bijproduct ‘zwaar water’ naar het stationnetje van Mæl getransporteerd. Van daaruit varen veerboten met de wagons met hun chemische lading aan boord over het meer naar Tinnoset, vanwaar de zwaar watertreinen onder escorte van de SS verder sporen richting Duitsland, naar de gebouwen van het Kaiser Wilhelm Institut für Physik (KWI) in Berlijn. Daar werken geleerde koppen onder leiding van Nobelprijswinnaar Werner Heisenberg naarstig aan de ontwikkeling van een nieuwe superkrachtbron: nucleaire energie. Heisenberg is ervan overtuigd dat zwaar water onmisbaar is voor de opwekking van kernenergie. De enige fabriek ter wereld waar zwaar water geproduceerd wordt, is die van Norsk Hydro in Vemork. Adolf Hitler en zijn entourage dromen van een compacte nucleaire bom waarmee ze een stad als Londen integraal in as kunnen leggen. De ontwikkeling van kernenergie heeft daarom absolute voorrang.

Zes gewapende mannen sluipen in de duisternis langs de spoorweg naar de waterstoffabriek. Ze dragen een Brits uniform. De eerste twee stellen zich verdekt op, de vinger aan de trekker. De vier anderen dringen het gebouw binnen. Een van hen is de 23-jarige Joachim Rønneberg. Na de invasie van de Duitsers op 9 april 1940 vluchtte hij weg uit Noorwegen en kwam via Zweden in Londen terecht. Daar werd hij door zijn landgenoot Leif Tronstad gerekruteerd om mee te werken aan een geheime operatie. Tronstad is een professor scheikunde die voor de oorlog pionierswerk verrichtte in het onderzoek naar zwaar water. In opdracht van Norsk Hydro verbouwde hij halverwege de jaren dertig de waterstoffabriek met het oog op een maximale productie van zwaar water. Waar dat in 1931 ontdekte product precies voor moest dienen, wist op dat moment niemand, maar het vermoeden was groot dat het bruikbaar kon zijn in de strijd tegen kanker, waardoor het op termijn een potentiële goudmijn leek. Ook Tronstad vluchtte na de inval van de nazi’s weg uit Noorwegen. Nu leidt en coördineert hij vanuit de kantoren van de Special Operations Executive (SOE) in Londen het verzet in zijn thuisland.

Joachim Rønneberg heeft de leiding over de sabotageactie in Vemork. Zijn team heeft talloze malen geoefend in een nagebouwde fabriek in Glasgow. De waterstoffabriek is zeven verdiepingen hoog. In de kelder staan 18 cilinders met zwaar water. Een Noorse bewaker zit er in het halfduister een logboek bij te werken. Hij heeft geen zin om als martelaar voor de nazi’s te sterven en geeft zich meteen over. Rønneberg en zijn makkers hebben staven dynamiet meegebracht. Ze steken de lonten aan en verdwijnen langs waar ze gekomen zijn. Een halve minuut later vliegen de cilinders de lucht in. 500 kilogram gebruiksklaar zwaar water vloeit weg; een vitaal deel van het productieapparaat is vernield. De zes saboteurs vluchten op ski’s weg. 2.800 Duitse soldaten zetten bij het krieken van de dag de achtervolging in. Twee weken en vierhonderd kilometers later bereiken Joachim Rønneberg en zijn mannen het veilige neutrale Zweden. Operatie ‘Gunnerside’ zal de geschiedenis ingaan als de meest succesvolle sabotagedaad uit WO II.

waterkrachtcentrale (4)

Zaterdag, 11 april 2015.

De inwoners van Rjukan paraderen verkleed door de straten van hun stad. Na een half jaar winterse duisternis in de schaduw van de Noorse bergen, vieren ze met een verlate carnavalsstoet de terugkeer van de zon. Maar voorlopig geeft die zon verstek en in het hoger gelegen Vemork lijkt de winter nog lang niet voorbij. De sneeuw rond de waterkrachtcentrale ligt een halve meter hoog en af en toe dwarrelen er vlokken uit de grijze lucht naar beneden. De berghelling waarop de imposante centrale ligt, is steil en het is bijna niet te geloven dat hier 72 jaar geleden zes bewapende mannen vanuit de 200 meter diepe ravijn ongezien omhoog klauterden. Van de zes saboteurs van toen, is nu alleen nog Joachim Rønneberg in leven. Als alles goed gaat, viert hij in augustus zijn 97e verjaardag.

De waterstoffabriek is verdwenen, maar de in 1911 gebouwde waterkrachtcentrale staat er nog in volle glorie. Alleen wordt er sinds 1971 geen elektriciteit meer geproduceerd en is hij herschapen in een museum over de Noorse industrie. Een paar zalen zijn voorbehouden aan een interactieve tentoonstelling over de oorlog om zwaar water. In de inkomsthal staat prominent een display met daarin stapels dvd’s van The heavy water war. Die televisiereeks liep vanaf 4 januari zes zondagen lang op de Noorse openbare omroep en was van bij aflevering 1 de grootste kijkcijferhit ooit in Noorwegen.

john jacobsen (2)‘Dertig procent van de Noren volgde de serie’, zegt producent John Jacobsen. In 1956 produceerde hij zijn eerste film, vandaag geldt de 70-jarige Jacobson als boegbeeld van de moderne Noorse cinema. ‘In de jaren zestig keek de hele familie elke zondagavond samen naar hetzelfde programma op tv, mama, papa en de kinderen. The heavy water war katapulteerde de moderne Noorse gezinnen terug naar die gouden tijd. De eerste aflevering werd bekeken door 1,2 miljoen kijkers, de laatste door 1,4 miljoen. Daarnaast keken nog eens 500.000 mensen uitgesteld. In totaal hebben dus bijna 2 miljoen Noren The heavy water war gezien, en we zijn maar met 4,5 miljoen.’

Het succes van de serie heeft ongetwijfeld te maken met de knappe acteerprestaties, de adembenemende Noorse winterse landschappen, de uitmuntende fotografie en het spannende verhaal, maar ook met de intrigerende hoofdpersonages Leif Tronstad, vertolkt door de Noorse acteur Espen Klouman Høiner, en Werner Heisenberg, vertolkt door de Duitser Christoph Bach.

Uraniumclub

De Amerikaanse fysicus Harold Urey stootte in 1931 bij toeval op zwaar water of dideuteriumoxide. Hij stelde vast dat water dat was blijven staan in elektrolysecellen veel meer zware waterstofisotopen bevatte dan gewoon water. Het smaakte naar gewoon water, maar het vriespunt lag op 4 en het kookpunt op 101 graden. De waterstoffabriek van Norsk Hydro produceerde vanaf 1934 zwaar water als bijproduct van de productie van waterstof door elektrolyse. Het waterstof diende als basisproduct voor de winning van ammoniak die in de kunstmestfabriek van Rjukan omgezet werd in salpeterzuur. Onder leiding van chemicus Leif Tronstad werd de zwaar waterproductie verfijnd en aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog was de fabriek van Vemork de enige ter wereld die zwaar water op industriële basis vervaardigde.

Rond de kerst van 1938 had de Duitse chemicus Otto Hahn aan het KIW in Berlijn ook bij toeval kernsplijting ontdekt. Tijdens een aantal experimenten stelde hij vast dat er bij de splijting van één uraniumkern een kettingreactie op gang leek te komen die een gigantische hoeveelheid energie kon opwekken. In de zomer van 1939 richtten de nazi’s de ‘Uraniumclub’ op, een organisatie van wetenschappers die onderzoek moest voeren naar de ontwikkeling en exploitatie van die nieuwe nucleaire energie. Op 16 september 1939 kwam de club voor het eerst bijeen. Een van de deelnemers was Werner Heisenberg, de in 1932 met de Nobelprijs fysica onderscheiden grondlegger van de kwantummechanica. Heisenberg nam snel de touwtjes in handen. Om een kernreactor te kunnen bouwen, had hij niet alleen uranium nodig maar ook een stof die de kettingreactie na de splijting van de kern afremde waardoor ze langer bleef voortduren. Twee stoffen kwamen daarvoor in aanmerking: grafiet en zwaar water. Heisenbergs collega Walter Bothe was na een paar experimenten tot de conclusie gekomen dat grafiet ongeschikt was. Dus kozen de Duitsers voor zwaar water en viel hun oog als vanzelf op de waterstoffabriek in het door hen bezette Noorwegen. Veel later bleek dat het door Bothe geteste grafiet onzuiver was. De Amerikanen gokten voor de bouw van hun kernreactor en hun atoombommen op puur grafiet, een keuze die hen geen windeieren zou leggen.

Operatie sabotage

Van bij de start van WO II wilden de geallieerden koste wat het kost vermijden dat Hitler een atoombom zou bouwen. De waterstoffabriek in Vemork werd dan ook een van hun belangrijkste doelwitten. Vanuit de SEO-kantoren in Londen coördineerde Leif Tronstad de verschillende pogingen tot sabotage van de zwaar waterproductie. In oktober 1942 ging ‘Operatie Grouse’ van start: vier Noorse verkenners werden in de bergen gedropt. Een maand later resulteerde hun verkenningswerk in de desastreuze ‘Operatie Freshman’. Britse commando’s trachtten met zweefvliegtuigen in de buurt van de fabriek te geraken, maar de vliegtuigen crashten in een sneeuwstorm, de overlevende bemanningsleden werden door de Duitsers gevangengenomen en op bevel van Hitler geëxecuteerd. Drie maanden later volgde dan de succesvolle ‘Operatie Gunnerside’ die de productie van zwaar water tijdelijk stillegde. In april 1943 hadden de Duitsers de schade aan de fabriek hersteld, waarna de Amerikaanse luchtmacht tegen de zin van de Noren en de Britten besloot om over te gaan tot het zwaardere werk. In de nachten van 16 en 18 november 1943 dropten ze meer dan 700 bommen op Vemork en de vallei van Rjukan, waarvan er 600 doel misten. De fabriek raakte beschadigd en de Duitsers besloten de resterende zwaar watervoorraad naar Duitsland te transporteren. Op 20 februari 1944 werd de veerboot Hydro met aan boord treinwagons met vaten zwaar water door het Noorse verzet opgeblazen. Veertien onschuldige burgers lieten daarbij het leven.

Mæl

Mæl Stasjon

Aan het stationnetje van Mæl ligt de met treinwagons geladen veerboot Storegut klaar om net als zijn evenbeeld Hydro indertijd de oversteek naar Tinnoset te wagen. Maar echt varen over het idyllische meer Tinnsjø zal de Storegut nooit meer doen, want anno 2015 is Mæl Stasjon een beschermd monument. Tien jaar geleden begon bij John Jacobsen op deze plek het idee te rijpen om een tv-serie over de oorlog om zwaar water te maken. ‘Ik heb toen eerst de oude Noorse film bekeken die in 1948 gemaakt was. Nogal wat saboteurs van de ‘Operatie Gunnerside’ speelden daarin zichzelf. De film lijkt daardoor een documentaire uit 1943, terwijl het in werkelijkheid fictie is. Sommige historici beweren nu dat onze serie niet helemaal waarheidsgetrouw is. The heavy water war is wél waar, alleen hebben wij geen drie jaar tijd om alles in real time van naaldje tot draadje te vertellen. Natuurlijk hebben we de feiten gedramatiseerd; aan de gebeurtenissen zelf is geen jota gewijzigd.’

Petter Rosenlund (3)Toneel- en filmauteur Petter Rosenlund (48) werkte vier jaar aan het scenario voor de reeks. ‘De Tweede Wereldoorlog was bepalend voor de Noorse identiteit’, zegt hij. ‘In 1935 kwamen de socialisten van de Arbeiderpartiet aan de macht. Daarvoor hadden de conservatieven jarenlang de maatschappij beheerd en beheerst. Toen de Duitsers op 9 april 1940 Noorwegen binnenvielen en het land bezetten, nam de linkse regering de benen naar Londen. Van daaruit leidde ze in nauwe samenwerking met de SOE het verzet. Na de oorlog keerden de socialistische politici terug. Hun rol in het aansturen van het verzet gaf hen morele superioriteit. Tot 1965 waren ze onafgebroken aan de macht en in die periode voerden ze de principes van solidariteit in waarop onze welvaartstaat gebouwd is.’

Het verhaal van de oorlog om zwaar water behoort tot het Noors collectief bewustzijn. ‘Maar tot de start van onze serie hadden de meeste Noren nog nooit van Leif Tronstad gehoord’, zegt Rosenlund. ‘Net als elke Noor kende ook ik de verschillende sabotagepogingen van de zwaar waterfabriek. Toen ik aan het scenario begon te werken, vond ik eerst geen hoofdpersonage van vlees en bloed dat betrokken was bij alle operaties, tot ik op het spoor kwam van Tronstad.’

Leif Tronstad

Petter Rosenlund maakte met zijn scenario Leif Tronstad postuum beroemd. ‘De voornaamste reden waarom Tronstad vergeten was, is dat hij vlak voor het einde van de oorlog op een tragische manier aan zijn einde kwam. Na de Duitse invasie nam hij afscheid van zijn vrouw en twee kinderen in de overtuiging dat hij snel terug thuis zou zijn. Maar de Britten vroegen hem in Londen te blijven. Vlak na zijn vlucht vielen de Duitsers zijn huis in Trondheim binnen. Zijn gezin trok in bij zijn moeder in Bærum, een gemeente vlakbij Oslo. De rest van de oorlog hielden de Duitsers hen in de gaten. Tronstad schreef gecodeerde brieven die via Zweden tot bij zijn vrouw Edla gesmokkeld werden. Vrienden hielpen haar te overleven. In oktober 1944 werd Tronstad niet ver van Rjukan met een parachute in de bergen gedropt. Van daaruit moest hij het Noorse verzet tot het nakende einde van de oorlog verder coördineren. Een half jaar later, op 11 maart 1945, werd hij door een Noorse nazi-collaborateur doodgeschoten. Hij was net geen 42. Zijn vrouw en kinderen heeft hij nooit weergezien.’

Toen acteur Espen Klouman Høiner (33) voor de rol van Leif Tronstad gevraagd werd, had ook hij geen idee wie die professor chemie was. ‘Ik kende het verhaal van de zwaar wateroorlog, maar van Tronstad had ik nog nooit gehoord. Ik heb veel gesprekken gevoerd met Leif Tronstad jr. Hij was vier toen zijn vader naar Londen verdween en heeft amper herinneringen aan hem. Maar hij verzamelde onvoorstelbaar veel documentatie over zijn vader en heeft ook zijn dagboek in zijn bezit. Tronstad sr. schreef daar elke dag in, over zowat alles wat hij meemaakte. Hij beschreef de planning van de verschillende operaties, hoe het met het moraal van de jongens gesteld was, en hij schreef ook over zijn frustraties. De samenwerking met de geallieerden verliep niet altijd naar wens. Vooral met de Amerikanen lag hij vaak in de clinch. Het bijna karikaturale gedrag van de Amerikaanse officier in de reeks is authentiek. De Amerikanen trokken zich weinig aan van de Noorse belangen en bombardeerden de vallei van Rjukan zonder zich om de burgerslachtoffers te bekommeren.’

Espen Klouman høiner (4)Klouman Høiners grootvader zat ook in het verzet. ‘Net als Leif Tronstad was hij gestationeerd in Londen. Ik weet ondertussen dat ze elkaar ontmoet hebben. Mijn opa werd gedropt in Noorwegen met wapens en apparatuur voor het verzet. Acht jaar geleden is hij gestorven en ik heb veel spijt dat ik niet meer met hem over zijn oorlogsjaren gesproken heb. Hij zweeg er liever over en beschouwde het als een afgesloten hoofdstuk. Tijdens de voorbereiding voor The heavy water war ontdekte ik dat opa in de ultrageheime verzetsorganisatie XU zat, die belast was met top secret-sabotage. Vijftig jaar lang mocht hij met niemand over zijn verzetswerk praten, zelfs niet met vrouw en kinderen. Mijn moeder kende haar vader als een gedecoreerde verzetsheld, maar over de operaties waaraan hij deelnam, wist ze niets.’

Werner Heisenberg

Regisseur Per-Olav Sørensen (51) vindt Werner Heisenberg het meest intrigerende personage uit The heavy water war. ‘Sommige biografen catalogeren hem als nazi, andere zien hem als een verzetsheld die het nucleaire onderzoek probeerde te vertragen. In de laatste aflevering zit een scène waarin hij foto’s onder ogen krijgt van experimenten op Joodse gevangenen. Zijn baas bij het KIW Kurt Diebner wist drommels goed wat er gaande was, en het kan niet anders dat ook Heisenberg de nazigruwel kende, al heeft hij dat nooit toegegeven. We hebben de archieven van het Kaiser Wilhelm Institut ondersteboven gehaald en hebben niets aan de verbeelding overlatende documenten over de wetenschappelijke proeven met radioactief materiaal op Joodse gevangenen gevonden. Het is onmogelijk dat Werner Heisenberg daar niets van wist. Hij zat middenin de machinerie en toch bleef hij zijn leven lang staalhard ontkennen.’

Volgens John Jacobsen vinden de meest Duitsers Heisenberg nog steeds een verzetsheld. ‘Ze zijn bloednerveus over de manier waarop wij hem geportretteerd hebben en durven de reeks niet vertonen. Na de oorlog kreeg Heisenberg van de geallieerden een privérechtszaak. Hij werd ‘clean’ verklaard omdat ze hem nodig hadden. Eind jaren dertig vonden de nazi’s Heisenberg onbetrouwbaar en lieten ze hem ontslaan aan de universiteit. Zijn moeder was een vriendin van Himmler en zij ging voor haar zoon pleiten, waardoor hij opnieuw aangenomen werd. Op dat moment besloot Werner Heisenberg heel bewust om met de nazi’s samen te werken.’

Scenarist Petter Rosenlund ziet Werner Heisenberg als een twintigste-eeuwse versie van Faust. ‘Hij zat gevangen in een keuze tussen blijven of weggaan, tussen zijn ziel verkopen aan de duivel of wegvluchten uit Duitsland. Hij maakte een duidelijke keuze en bleef. Niet alleen omdat hij gek van wetenschap was, maar ook omdat hij van Duitsland hield en wou dat zijn kinderen er opgroeiden. Veel van zijn naaste collega’s werden door de nazi’s gearresteerd en afgevoerd. Joodse geleerden waarmee hij bevriend was, werden vermoord. Hij had kunnen weggaan, veel collega’s hebben dat ook gedaan, denk maar aan zijn vriend Niels Bohr. Heisenberg reisde trouwens veel. Net voor de oorlog was hij nog in Engeland. Hij had kansen in overvloed om Hitler de rug toe te keren.’

Mæl (1)

Dilemma

In The heavy water war worden mensen voortdurend gedwongen tot het maken van hartverscheurende keuzes. ‘Ik had deze reeks nooit willen regisseren als het alleen maar over mooie beelden en actie ging en niet over die morele dilemma’s’, zegt Per-Olav Sørensen. ‘Tronstad maakte een keuze uit idealisme en Heisenberg uit liefde voor de wetenschap. De directeur van Norsk Hydro was dan weer een regelrechte opportunist. In de reeks heeft hij de fictieve naam Bjørn Henriksen, in werkelijkheid heette hij Bjarne Eriksen. Tijdens de oorlog leidde hij de fabriek voor de nazi’s. Toen de grond te heet onder zijn voeten werd, liet hij zich door de Duitsers arresteren en werd hij overgebracht naar een Poolse gevangenis. Hij kwam terug naar Noorwegen in een Engels uniform. In het begin van de oorlog gaf hij geld aan de nazi’s en aan het einde van de oorlog gaf hij geld aan de Noorse regering. Na de oorlog bleef hij jarenlang de grote baas van Norsk Hydro.’

Producent John Jacobsen weet zelf niet welke keuze hij als twintigjarige in april 1940 gemaakt zou hebben. ‘Er hangt zoveel af van de omstandigheden waarin je je op zo’n moment bevindt. In de laatste jaren van zijn leven bekende de Zweedse regisseur Ingmar Bergman dat hij in de jaren veertig lid geweest was van de Zweedse nazipartij. Voor mij was dat een schok. Sinds jaar en dag woedt hier de discussie over de collaboratie. ‘Grootvader werkte dan wel mee met de Duitsers, maar in werkelijkheid waren zijn beweegredenen nobel.’ De familie-eer moét gered worden, terwijl sommige collaborateurs door en door slechte mensen waren. 75 jaar na de start van WO II zijn de archieven nu opengegaan en dat zorgt voor verrassingen. Een journalist publiceerde recent een boek met daarin alle namen van de Noren die voor de nazi’s gewerkt hebben, inclusief alles wat ze uitgespookt hebben. Nogal wat mensen protesteren daartegen. ‘Hoe moet het nu met de families? Wat met die arme kleinkinderen?’ Ik vind niet dat we de namen van collaborateurs verborgen moeten houden. Alleen door open kaart te spelen, kunnen we leren uit de fouten van ons verleden.’

Tekst: © Jan Stevens

Foto’s: © Veerle Van Hoey

Vergelijkbare berichten