“Niemand verdient het om te sterven op zee”
Tot november 2013 was Martin Xuereb opperbevelhebber van het Maltese leger. Vandaag redt hij samen met het miljonairsechtpaar Chris en Regina Catrambone op de Middellandse Zee bootvluchtelingen van de verdrinkingsdood.
Sinds 1 november ligt het militair ogende reddingsschip de Phoenix als een vreemde eend in de bijt te dobberen tussen immense plezierboten in de jachthaven van de Maltese hoofdstad Valletta. Tot vorig jaar was de Phoenix als onderzoeksschip in dienst van de Amerikaanse marine, vandaag is het eigendom van de in Malta residerende Amerikaans-Italiaanse miljonairskoppel Chris en Regina Catrambone dat fortuin vergaarde met verzekeringen. Van augustus tot en met 31 oktober voer de Phoenix over de Middellandse Zee, op zoek naar bootvluchtelingen in nood. In die periode werden 3000 mensen door de bemanning van de Phoenix van gammele bootjes geplukt en van de verdrinkingsdood gered. Tot maart houdt het schip in de haven van Valletta zijn ‘winterslaap’.
“Op hun vakantie vorig jaar kwamen Chris en Regina en hun 18-jarige dochter Maria Luisa voor het eerst met het vreselijke lot van vluchtelingen in aanraking”, zegt Martin Xuereb (46), voormalig opperbevelhebber van het Maltese leger en directeur van de door het echtpaar Catrambone opgerichte ngo Migrant Offshore Aid Station (MOAS). “De Catrambone’s voeren met hun jacht dichtbij het Italiaanse eiland Lampedusa en zagen een reddingsvest drijven op het wateroppervlak. Regina vroeg aan de kapitein: ‘Waar komt dat vest vandaan?’ Hij antwoordde: ‘De eigenaar van die reddingsvest was een migrant die zo goed als zeker niet meer onder de levenden is.’”
Bij de scheepsramp op 3 oktober 2013 voor de kust van Lampedusa kwamen minstens 366 bootvluchtelingen om het leven. Paus Franciscus riep toen op om te vechten tegen de wereldwijde onverschilligheid over het deerniswekkende lot van migranten. Hij lanceerde ook een oproep om op alle mogelijke manieren hulp te bieden. “Chris en Regina voelden zich aangesproken en gingen met MOAS van start.”
Toen Brigadier General Martin Xeureb in november 2013 na 26 jaar trouwe dienst in het Maltese leger met pensioen ging, vroegen de Catrambone’s hem of hij hun gloednieuwe ngo wou leiden. “Ze hadden vertrouwen in mijn organisatorische kwaliteiten en ik zag het als een uitgelezen kans om als jonggepensioneerde een rol van betekenis te blijven spelen in onze samenleving.”
Het voornaamste doel van MOAS is om zoveel mogelijk vluchtelingen van de verdrinkingsdood in de Middellandse Zee te redden?
Martin Xuereb: “U noemt hen vluchtelingen, wij spreken liever over ‘migranten’. Al hebt u natuurlijk geen ongelijk, want veel van de mensen die we de voorbije maanden aan boord namen, waren op de vlucht voor oorlog. Onze missie is inderdaad om mensen te redden van de verdrinkingsdood. Niemand verdient het om te sterven op zee. Wij hebben niet de pretentie dat we met onze acties de migratie zullen oplossen. We zitten middenin een gigantische crisis: vandaag zijn wereldwijd meer mensen op de vlucht dan vlak na de Tweede Wereldoorlog. Er leven nu een miljoen Syrische vluchtelingen in Turkije, bijna 800.000 in Jordanië en 1200 in Libanon. Daarnaast zijn er nog de tallozen die de Middellandse Zee willen oversteken naar Europa. Wij proberen zoveel mogelijk levens te redden. Niet alle mensen die wij opvangen en overdragen aan de Italiaanse autoriteiten, zullen later ook asiel krijgen. Sommigen worden zelfs teruggestuurd. Maar het is niet aan ons om daar kritiek op te leveren. Wij hebben er alleen voor gezorgd dat die mensen hun vlucht niet met hun leven hebben moeten bekopen.”
U hebt het over Syrische oorlogsvluchtelingen, komt het gros van de bootvluchtelingen niet uit Afrika?
“De meeste mensen die wij de voorbije maanden gered hebben, kwamen niet uit Afrika, maar uit Syrië, Irak, Libië en Palestina. Tot een jaar of drie geleden strandden vooral Afrikanen in Lampedusa. De start van de oorlog in Libië heeft voor een dramatische kentering gezorgd: de Afrikanen zijn nu zelfs in de minderheid. 75% van de mensen die wij van gammele bootjes gehaald hebben, zijn Syriërs en Palestijnen. Die vluchtelingenstroom zal alleen maar gestopt kunnen worden als de wereld orde op zaken stelt in het Midden-Oosten. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want landen als Syrië en Irak zijn poelen van ellende. Dat geldt trouwens ook voor Libië, Palestina en Zuid-Soedan. Veel Afrikanen zien Europa als het continent van belofte. Europeanen zien hen liever gaan dan komen, maar vinden het tezelfdertijd ook normaal om Afrikaanse migranten te exploiteren en het vuil werk te laten opknappen. Ik geloof dat we die op uitbuiting gebaseerde migratie alleen maar kunnen verminderen als we in de toekomst bereid zijn zelf onze vieze toiletten te kuisen.”
U gelooft dus dat we migratie zullen kunnen indijken?
“Toch niet. Migratie is iets van alle tijden en is niet te stoppen. Na Rome is het Braziliaanse Sao Paolo de stad met de grootste Italiaanse populatie. Mensen zullen altijd op zoek gaan naar een plek waar het beter is om te leven. Migratiekwesties raken ook niet opgelost door met een beschuldigende vinger naar anderen te wijzen. Wij beschouwen onszelf niet als activisten. We redden iedereen die op de Middellandse Zee in nood is en werken daarvoor nauw samen met het Maritime Rescue Coordination Centre (IMRCC) in Rome. Als zij een noodsignaal binnenkrijgen, bellen ze ons met de vraag om op onderzoek uit te trekken. Ze contacteren natuurlijk ook andere organisaties zoals de reddingsafdeling van de Italiaanse marine Mare Nostrum en de vanuit Europa aangestuurde grensbewaking Frontex, maar het IMRCC had zeer snel na onze start door dat het redden van drenkelingen echt wel onze core business is. We hebben de Phoenix omgebouwd tot een ambulance op zee. Na een noodoproep sturen we eerst een drone op verkenningsvlucht. Daarna gaan we met de Phoenix op zoek naar de boot in nood. Van zodra we dat vaartuig gelokaliseerd hebben, lichten we het IMRCC in en proberen we zo accuraat mogelijk de hele toestand te beschrijven. We geven door hoe groot het bootje is, hoeveel mensen er aan boord zijn, hoe woelig de zee is. We delen altijd meteen reddingsvesten uit. Aan de hand van ons verslag, beslist het IMRCC of we mensen aan boord zullen nemen of niet. Op sommige van onze missies haalden we meer dan 300 mensen van zo’n boot. Ons absolute record is 333.”
Al die vluchtelingenboten zijn in een erbarmelijke staat?
“De meeste wel. Ik herinner me nog heel goed onze allereerste interventie: het was een boot van 15 meter lang met 227 mensen aan boord, waaronder 58 kinderen en 53 vrouwen. Het was afschuwelijk. Die boot zat volgestouwd met mensen, zowel op het bovendek als in het ruim was er geen centimeter vrij. Het ding was zo lek als een vergiet en in het ruim stonden de mensen tot hun knieën in het water. Eén sputterende pomp hoosde continu water de zee in. We brachten iedereen met onze rubberboten aan boord van de Phoenix, de meest kwetsbare mensen eerst.
“We fouilleren eerst al degenen die we aan boord nemen. We willen niet dat er via de Phoenix wapens of drugs gesmokkeld worden. We checken ook de temperatuur van de vluchtelingen. Onze dokter en onze verplegers beslissen wie naar de ziekenboeg moet. De gezonde mannen worden naar het bovendek gestuurd; vrouwen, kinderen en bejaarden gaan benedendeks of onder het afdak. We verdelen voedsel en drinkwater, laten mensen naar het toilet gaan en zorgen voor flessenmelk en pampers voor de baby’s. We ontfermen ons over de vluchtelingen tot het moment dat we ze in handen geven van de Italiaanse autoriteiten.”
De vluchtelingen zien u als hun redder?
“Ze zijn ons zeer dankbaar als wij hen van hun wankele, zee-onwaardige schuiten plukken, maar wij zien onszelf niet als koene kruisvaarders op zee. De toestand in het Midden Oosten, de oorlogen in Syrië, Irak en Libië, de armoede in Afrika, al die verschrikkelijke kwesties die migratie tot gevolg hebben, gaan niet alleen Italië en de rest van Europa aan, maar de hele wereld. Globale problemen vereisen globale oplossingen. Misschien klinkt het verschrikkelijk naïef, maar wij gaan ervan uit dat er op dit moment naar oplossingen gezocht wordt. Ngo’s zoals MOAS zijn geen deel van die oplossing. Wij proberen enkel het lijden te verzachten en levens te redden. Wij vormen een piepklein stukje in die enorme migratiepuzzel. Als kind hoorde ik op school de legende van dat Hollandse jongetje dat met zijn vinger een hele nacht een gat in de dijk rond een immens meer dichthoudt. (lacht) Wij voelen ons net als dat jongetje. De familie Catrambone was vorig jaar getuige van die vreselijke humanitaire crisis en heeft na de oproep van de paus zonder verpinken miljoenen geïnvesteerd in de uitbouw van MOAS. We zijn niet eigengereid in de weg van bestaande reddingsteams gaan lopen, maar werken in nauw overleg met de autoriteiten. We hebben laten zien dat het met een beetje goede wil mogelijk is om veel bootvluchtelingen van een gewisse verdrinkingsdood te redden. Chris en Regina willen niet alleen de overheden op hun verantwoordelijkheden wijzen, maar ook succesvolle ondernemers ertoe bewegen om in actie te komen tegen deze humanitaire ramp. In plaats van een zoveelste nieuwe villa aan te kopen, kunnen ze hun centen beter investeren in MOAS en mensenlevens redden.”
Waarom ligt de Phoenix sinds 1 november voor anker? Is het geld op?
“Nee, dat was zo gepland. Bij de start hebben Chris en Regina duidelijk gesteld dat zij 60 dagen op zee wilden financieren. 31 oktober was de zestigste dag. Die datum is niet toevallig, want van november tot maart zijn de weersomstandigheden te slecht voor tochten overzee. Van die ‘winterstop’ profiteren we nu om extra middelen op te halen. Het is de bedoeling dat MOAS vanaf maart opnieuw met reddingsacties in gang schiet, daarvoor rekenen we op gulle sponsors. De familie Catrambone kan dit financieel niet in haar eentje blijven dragen, daarom houden we een fondsenwervingscampagne op www.moas.eu. We roepen mensen ook op ons te volgen op Twitter en ons te liken op Facebook, want we willen een gemeenschap bouwen die migratie niet als iets verwerpelijk zien. Bootvluchtelingen zijn mensen zoals jij en ik, wanhopig op zoek naar een beter leven. Ik krijg het beeld maar niet uit mijn hoofd van Mohamed en Sarimah, een bejaard echtpaar uit Aleppo. Twee zeventigers, verteerd door verdriet omdat ze de stad waar ze geboren en getogen zijn, moesten ontvluchten. Dan was er ook nog die Syrische jongen van elf die door zijn ouders op een boot naar Italië gezet was. Zij hadden geen geld meer om hun eigen overtocht te betalen, met hun laatste centen probeerden ze hun zoon te redden.”
© Jan Stevens